HG 1 bevat 3 boeken in 1 band met lidmaten en dergelijke 1616-1801.
HG 1 bevat nog 1 boek, onder meer lidmaten 1802+.
Ingevoerd periode 1616-1720 in 2004 tot aug. 2006 Menne Glas. Nagekeken en
aangevuld door Edsko Havinga okt. 2006.
Periode 1733 - 1811 Zomer/herfst 2006 Rens Broos, nagekeken MG. Dec. 2007 door
Cor Enter vervet.- lijst beginnend in 1616
- mutaties uit acta 1616 - 1645
- mutaties 1659 - 1692
- mutaties 1695 - 1700
- mutaties 1703 - 1720
- kerkenraad 1616 - 1658
- kerkenraad 1660 - 1700
- kerkenraad 1711 - 1720
- acta 1616 - 1645
- acta 1659 - 1700
- acta 1703 - 1720
- lijst van 1733
- mutaties 1733 - 1744
- mutaties 1744 - 1745
- mutaties 1745 - 1801
- register ca. 1802 en mutaties 1802 - 1811
[ Bron: HG
Aduard Doos 1, Kerkenboek. Datering schutblad van dit boek 1 Jan. 1616. In
origineel twee kolommen naast elkaar, Mans- resp Vrouws-personen. Hier onder
elkaar geplaatst. De lijst begint waarschijnlijk met de lidmaten in 1616, maar
is met later aangenomen lidmaten aangevuld: zo is Geertje Meckes pas in
1626 met Thomas Jansen getrouwd, en Kunne (Hindrix) in 1634 met
Pieter Garbrants. Zie ook de opvolgende lijst ]
Register der persoonen so Ledematen sint disser
Gemeijnte, unde mede-communicanten an de
Tafel des heeren
Mans-persoonen:
Johannes Schonenborch Eccltes in Groot-Adewert (vertrockenn denn 14
septemb Ao. 1624)
der E.E. Albert Coenders Redger des gerichtes Adewert
Mr Onno Arents Schoelmeister in Groot-Adewert
Mr Hermannus Frisius Ketel Chirurchijn (vertr.)
Dirck Dircksz Schoemaecker (vertrocken)
Luitties Lubberts
Claes Willems Timmerman (vertr.)
Eltien Jansen Wever (vertrocken den 1 Maij 1616)
Falck Wolters op De Hooge-Meeden
Dreuwes Johannis op De Leege-Meeden (vertr.)
Jacob Peters Cuiper
Herman Timens snijder
Lubbert Cornellis Timmerman
Jurgen Schroeder Wever
Eebel Luittiens Cuiper (vertrocken den 1 Maij Ao. 1620)
Mr Harmen.n. Schoelmester op Monnicken Dijck
Luittien Folckerts snider (vertrockenn in Aprilis Ao. 1624)
Hinrick Janssen van Munster Schoelapper (verst.)
Haije Harmens (vertrocken in Aprilis Ao 1625)
D. Eilardus Crusius gewesen Pastoor toe Iderhoove in Oostfrieslandt
(vertr.)
Joh. Hildebrandi Eccts (ibid.)
Steven Jansens smidt
Jacob Jacobs backer
Pieter Isebrantzs timmerman
Willem Hindricks schoemaecker
Claes Pietersen
Jan Lubbers Wedman (verstorven)
Jan Coijter kremer
Jann Hindricx wever (nu backer)
Mr Schelto Bottes chirurgijnn (vertrocken)
Claes Griff
Jan Brunts
frouwes-persoonen
Die E. Eerentrijcke Frouwe Geerdt Schaffers weduwe Froma
(verstorven)
Die E. Eerentrijcke Frouwe Peter Albarda huisfrouwe van den E.E.
Albert Coenders Redger
Die E. Eerentrijcke Juffer Hermen Schaffers
Hijlck Simons huisfrouwe van Johannes Schonenborch Pastoor in
Adewert
Rooske van Knijpens huisfrouwe van Onno Arents Schoelmeister
(verstorven in Jan. 1626)
Jeije Peters weduwe van sal. Peter Luittiens (den 7 novb. 1616
gestorven)
Bauwe de huisfrouwe van Luittien Lubberts (verstorven)
Renske weduwe van sal. Claes Meinerts
Euwe weduwe van sal. Berent Hinricks
Trijne de huisfrouwe van Cornellis Jochims (verstorven)
Roeleffien de huisfrouwe van Dirck Dircks s.maecker (vertrocken)
Die E. Eerentrijcke Frouwe N. Schaffers (verst.)
Die E. Eerentrijcke Juffer Sophia Schaffers
Engel Sickes huisfrouwe van Jan Boelens
Fenne N. de huisfrouwe van Mr Harmen op Monnicked...
Rijckel Peters huisfrouw van Luittien Folckerts (ver...)
Grete N. huisfrouwe van Hinrick Schoelapper
Greete Claessens weduwe van Heercke Ubbes Wever van Northorrum
Harmentien Janssen Jonge Dochter dienstmaget van den E.E. Redger
Coenders
Wijpke Dames huisfrouwe van Jacob Peters Cuiper
Greete Foxen huisfrouwe van Meerten Claessen
Anna N. weduwe van zal. D. Henrico Meinardi Raedt gewesen Pastoor
op Den Ham ende Fransum
Ave N. huisfrouwe vann Jurgen Schroeder wever
Ide N. huisvrouw van Haije Harms vertrocken
Elsbet N. huisfrouw van Pieter Isebrandts
Margarietijnn Lambarti huisvrouw van Joh. Hildebrandi Eccts.
[mannen]
Roeleff Jacobs
Frerick Abels
Jacob Jansen backer
Jan Abbes
Luitijen Jansens schoemaecker
Jan Mennes Gortemaecker
Jan Dercs Schoelapper
Derck Gerrijtsz kremer
Jann Cnarze
Jann Willemsz wever
Valc Tjaertsz
Eilco Bareltsz
Sappe Lienertsz
Jan Cornellijsz opt olde voorwerck
Crijne Sijmens kuiper
Tomas Jansen
Claes Jansen (verstorven ao 1636 in Julio)
Jan Berents timmerman
Jurjen Gerrijts op d'Hooge-mieden
Jan Clasen Backer
Gerrijt Jansen Wedman
Jan Hindrix Schoen-lapper
Cornellijs Krijnz
Onne Geertz kleer-maker
Tijmen Hermanz kleermaecker
Albert Hindrix
Thomas Jansen op d' Hooge-mieden
[Vrouwen]
Beertijenn N. de huisvrouwe van Harmen Tijmens snider
Willemtijn N. huisvrouwe van Claes Griff
Elsijen Jansen huisv. van Claes Pieters
Marrijen Berens huisvr. van Willem Hindrix
Anne Jansenn Jonge dochter
Ettijen huisvrouw van Steven Jansen
Gese Hebbes huisvrouwe van Roelef Jansen
Elbrich N. huisvrouw van Derck Lubberts
Ave die huisvrouwe van Roeleff Jacobs
Lijsbeth Boelens huisvrowe van Mr. Onno
Lieffke weduwe van wilen Jan Lubbers
Claesjen Mentens huisvrouwe van Jacob Jansen
Grietjen Datema Jongedochter
Geertruit Roeleffs dienstm. van den E.E. Redger Conders
Jantijen Hoecks
Aeucke huisvrouwe van Jan Mennes
Die Erentrijcke Ed.: Gratia Maria Clants vrouwe Soniers
Jantijen Clasen huisvrouwe van Dirc Cremer
Griete die olde weduwe
Anna huisvrouwe van Jan Dercksz
Hebbele Jansen huisvrouw van Luijtijen schoem.
Ffroucke die huisvrouwe vann Eilco Barels
Trijne die huisvrouwe van Sappe Lieners
Pieterke huisvrouwe van Jan Cornellijs opt voeren[?]
Trijntijen Hindrics huisv. van Onno Geerts
Lijsbeth Jacobs dienstm. van de E.E. redger Conders
Cornellijs de huisvrouwe van Claes Jansen
Trijntijen Hindrics huisvrouwe van Onno Geerts
Geertijen Meckes huisvr. van Tomas Jansen
Neese hujsvrouwe van Jan Abbes
Trijne huijsvrouwe van Crijne Sijmens Cuijper
[mannen]
Pieter Frericks timmerman
Jan Hindrix van Lier
Pieter Jacobs
Gerrijtt Hoeck
Claes Jacobs Stellemaker
Hindric Jacobs timmerman
Pieter Jacobs, jongh-geselle, sone van wilen Jacob Cuijper
Jilcke Pieters
Cornelijs Jochemsz
Doeco Jacobs
Tieert Pieters
Geerts[vlek]jen Harmens
Geert Luitjens
Geert Jacobs
Talke Frericks
Meerten Arbeijder
Wessel Eilerts
Mester Joest Frick
Jacob Jacobs
Frans Fransen
Ipe Jurjens
Jan Switser
[vrouwen]
Ditjen Clasen, huisvrouwe van Abell Jansen buiten Adewert
woonachtich
Aeltijen, huisvrouwe van Jan Berents
Anna Gerrijts huijsvr. van Gerrijt Jansen wedman
Geeske huijsvr. van Jan scoenlapper
Tjaertijen weduwe van wilen Leenaert Scroor
Trijne huijsvrouwe van Jan Hindricx Backer
Alijt Pieters huijsvrouwe van Pieter Alberts backer
Trijntjen Woldering dienstmaecht van Joncker Conders
Bartijen weduwe van wijlen Gerrijt Jurjens
Geertien Wiltes d' huijsvrouwe van Cornellijs Crijnz van Ferwert
Namme Jochems huijsvrouwe van Timen Hermanz snider
Diewer Jansen op d' Hooge-mieden weduwe van wijlenn Claes Cornellijs
Ellejen Jansen huisvr. van Albert Mulder
Jantjen Jansen dienstm. van Jr. Conders
Anne Jansen huijsvrouwe van Jan Clasen backer
Kunne Pieters huisvrouwe van Pieter Garbrants snijder
Griete Cornellijs huisvrouwe van Pieter Frerix
Ave Cornellijs weduwe van Hans Tjipkes
Renske N. dienstmaecht van d' E.E. Joncker Conders
Beerte N. dienstmaecht van Jr. Conders
De Ed: Eerentrijcke Juffer Willemtjen Clants
Trijne huijsvrouwe van Tieert Isebrants
Greetjen, d' huijsvrouwe van Gerrijt Hoeck
Brechte Roekes huijsvr. van Claes Jacobs Stellem.
Trijne Jansen huijsvrouwe van Cornellijs Jochemsz
Kunne Berents huijsvr. van Frans Harckens
Anne Hindrix huijsvrouwe van Jan Eijsens
Anne Jansen dienstmaegt van Joncker Coenders
Anne Siwerts huisfrou van Pieter Dercks
Stijntien Cornellijs
Tiaert Pieters en Vrouke sijn huisfrou
Reijntjen Mentes
Gepke Geerts
Ouckjen Fopkes
Aeltien Dercks
Ouckjen Fopkes
Hille Meertens
Ebeltie Hindricks
Geertien Jansen
Elsien Ennes
Ake Jacobs
Meerten arbeider
Geese Jeltes
Anie Lues
Trine Eppens
Claeske Albers
Reijntien Jansen
Wobbe Ipens
Adriaentien Jansen
[volgende drie links(mannen-plaats) op verder lege bladzijde]
Anneien Jansen
Eiske Claesen
Teetien Tonnijs
[Acta
Consistori 1616 - 1645, alleen nieuwe lidmaten, andere aantekeningen zie bij
visitatie. ]
27 okt 1617
Van nijes averst is hertoe gelaeten Ebel Luittiens Cuiper
15 juni 1617
Is voer desen met ons tot den disch des heeren getreden de olde frouw
Schaffers, weduwe van sal. Claes Schaffer ende moeder van de E.E.
Juffer Hermien Schaffers so een olt lidtmate der kerke Christi lange
gewest is.
30 Januari 1618
Des frijdach nae gedaene proefpredh. hefft die Ed. ende Eerentrijcke J.
Sophia Schaffers suster van J. Harmen Schaffers versocht mit ons tot
de tafel des heeren te moegen gaen, overmits se hijr nu woonden .ende dath se
tevoeren te Groningen op hare bekentnisse an de tafel des heeren waren
angenomen , hebben willick deselvige alhijr oock met blijdtschap toegelaten..
7 jun 1618
Van nijes averst sint hertoe getreden:
Engel Sickes huisfrouwe van Jan Bolens welcke goede getuichenisse
vertoenet van denn consistorio toe Leeuwarden dat se daer ein lidmate der
Gemeinte lange tijdt geweest
mester Harmen Schoelmeister op de Monnickendijck met sijn huisfrouwe
Fenne getuichenisse vertoent van denn Pastoer toe Niekerke dat se daer
selvest tot Ledematen der Gemeinte angenomen.
16 feb. 1620 sint bij mij in huijs erschenen
Luittien Folckerts met
Rijckel sijn huisfrouwe ende
Hinrick Schoelapper met
Greete sijn huisfrouwe,
welcke begeerden sick tot de tafel des heeren te begeeven, met welcken ick in
praesentie van mr. Onne, Jacob Peters ende Lubbert Cornellis
olderlingen ende diakonen respective van deser Gemeinte ein eentfoldich gespreck
van den voernempsten stucken gestlicken religie hebbe geholden, ende wat
Luittien mit sijn huiszfrouwe belanget sint deselvige temelick wel in der
leere gefunderet bevonden, doch Hinrick Schoelapper ende sijn frouwe niet
also, mit welcken mede tijden is gedongen, angaende dat he van sware spraecke
is, ende niet bequamelick reden kan, mits belovende dorch flesich gehoer
Gottlicken Woorden, dagelicks meer in der kennisse Godes toe te nemen, ende in
aller Godtsalicheit sick te oeffenen gelijck Christenen anster ende geboeret.
10 dec 1620
Uffke Jans Cuiper, tevens gedoopt [(was mennist) zie visitatierapporten]
9 juni 1622
Ide Hannis van de Leege-Meden, hijr was gekoomen woonen hebbe mede sick
daer abjungert
18 juni 1623
Harmentien Jansen jonge dochter, des E.E. Redger Coenders
dienstmaget met attestatie van Groningen.
Haicke Harmens,
Wijpke Damus huisfrouwe van Jan Peters Cuiper ende
Greete Kopes[?] huisfrouwe van Meerten Claessen,
welcke van eenige voernameste puncten der Leere ondervraget sijnde oock met
blijtschap van ons sint op ende angenoomen
Greete Claessen weduwe van Heercke Ubbes Wever van Northorrum
alhijr met der woone gekomen sijnde, dewile se een olt ledemate der
gemeinte niet allene toe Northorrum, sunder oock voermaels hijr gewest was,
angesprocken omme neffens anderen mede te communiceren, welckes se oock te
doende willens.
27 juni 1624 Van nijes sint hier toe getreden:
D. Eilardus Crusius gewesen pastoor toe Iderhove in Oost-Friesland,
welcke wegen de verwoestinge aldaer sijnen dienst hadde.
moeten verlaten ende sick alhijr met der woninge hadde neder gesettet,
item
Anna N. naegelaten weduwe van zal. Henrico Meinardi Raet gewesen
pastoor op Den Ham ende Franszum, so hijr oock met .
der wooninge gekomen
11 dec. 1624 .
Steven Jansen Smidt,
Ave de huisvrouw van Jurgen Schroeder, ende
Ide de huisfrowe van Haike Harmens,
onder vele anderen daertoe versocht sijnde, tot de gemeente up ende
angenomen, sijnde eerstelijk van de vorneemste religions
artikelen ondersocht ende geexaminieret ter prasentie van mr. Onne [
deze toevoeging verder meestal weggelaten]
11 maart 1625 de namen der nieuwe broederenn denn gemeente aengedienet, als daer
waarenn:
Jacob Jacobsenn Backer
Pieter Isebrantsz timmerman
Elssen sijn huisfrowe
dewelcke dages toe voeren van de vortnaemste religioens artijckelen
ondervraget weren in praesentie van Mr. Onno.
15 juli 1625 nieu angecomen broeder:
Willem Hindricks Schoemaecker
21 okt. 1625 met attestatie van Amsterdam
Claes Pietersenn , verkierende hijr bij ons…
17 feb. 1626 bekent gemaeckt eens niewenn broeders
Jan Lubbers des gerichtes dienaer
12 mei 1626 van nieus toegebracht de personenn
Jan Coijter
Jan Hindricks
Meertijenn de huisvrowe van Harmen Timens
11 aug. 1626 van nieus aengecomen:
Willemtijen de huisvrowe van Claes Griff
okt. 1626 van nieus aengecomen
Claes Griff
mr. Schelt Bottes
16 maart 1627 nieu angecomene suster:
Elsien Jansen
15 juni 1627 mede als lidtmaet der gemeente daertoe gegaenn
Marreijenn huisvrowe vann Willem Hindricks Schoemaecker
Jan. 1628. van nieus toegecomen:
Anne Jansenn dochter van Jan Smit
12 sep. 1628 van nieus toegecomen, deur mondelijcke attestatie van den E. ende
welgel. Dns. pastore Visvlietane gerecommandieret:
Elbrich, huisvrowe van Derck Lubberts, van Visvliet tot ons met
der woninge gecomen sijnde.
eind dec. 1628 van nieus toegecomen:
Roeleff Jacobs en sijn huisvrowe
Ave, hebbende te voren te Oldehove mede gecommunicieret
Lijsbet Onnens, huisvrowe van mr. Onne Arents
april 1629 van nieus tot die communieen getreden nae behoirlijcke examinatie
ende geloves bekentenisse:
Jan Brunts
Ettien Hindricks
Gese N. huisvrowe van Roeleff Jansen
5 sep. 1629 angenomen:
Frerick Abels, na gedane geloves bekentenisse, ende ontfangeste sacrament
des doop
Lieffke weduwe van wilen Jan Lubbers na gelijke bekentenisse des
geloves.
12 juni 1630 van niews sijn toegecomen:
Jacob Jansen van Garnwert ende
Claesjen sijn huis-vrowe, die te voren daer ter plaetse vele jaren
gecommuniceert hadden, also haer personenn ende stant wel bekent was.
sep 1630 met attestatie angecomen
ene jonge dochter Geertruit Roeleffs met getuignisse van Groningen
Griete Datema met attestatie van die Bourtange
1 Jan 1631 van nieus tot dese gemeente gewonnen ... op belidenisse:
Jan Abbes
Jantijen Heres, huisvrouw van Roeleff Datema
juli 1631 van nieus angecomen met attestatie van andere gemeenten:
Aeucke die huisvrouwe van Jan Mennes
11 feb 1632 van nieus is toegegaen:
die Ed. Vrouwe Gratia Millant nu genant Conders
1 juni 1632 hebben van niews hijr toe sick laten inducieren:
Luitijen Jansens Schoemaecker
Johan Mennens Gortemaecker
Jantijen Clasen huisvrouwe van Oewe Kremer
Griete N.
daerenboven sijnn met attestatie van Oostwolde mede toegecomen:
Johan Oewes ende
Anna sijn huisvrouwe
31 augustus 1632 van nieus is voer litmaet daer toe geinducieret:
Derck Gerrijtsz Kremer, die nae eximinatie.. is angenomen....
1 december 1632 van nieus daertoe gewonnen vier personen:
Jan Cnarsz
Jan Willemsz
Hebele Jansen
Valck Tjaerts, die eersten nae ordre muste gedoept sijnn.
1 dec. 1632 proefpredige gedaenn ende is inn conformité van kercken-ordeninge up
sijnenn belijdenisse gedoept Valc Tjaertsz
2 maart 1633 van niews:
Eijlco Barels met sijnn huisvrouwe,
Sappe Lienerts mit sijn huisvrouwe, die in prasentie vann mr. Onno
haer belijdenisse gedaen hebben
7 sep. 1633 van niews daer toe gecoomen:
Ide Pieters, de huijsvrouwe van Jan Willems wever, die in
prasentie van mr. Onno haer belijdenisse gedaen hefft
14 dec. 1633 van nieus toegecoomen:
Nese Jansen, de huijsvrouwe van Jan Abbes nae belidenisse
15 maart 1634. belijdenisse:
Tomas Jansen, ende
Claes Jansen de Jonge
31 mei 1634 van nieus gewonnen ende angecoomen:
Jan Cornellijsz ende
Pieterke sijn huijsvrouwe, woonachtich up 't Olde Voerwerck, ende
Trijntijen Hindrics huisvrouwe van Onno Geerts in Adewert,
die in tegenwoordicheijt van Jacob Jansen als olderling de
belijdenisse van haere religie gedaen hebben…….
Lijsbeth Jacobs dienstmaeget van de E.E.Joncker ende redger Conders,
met attestatie van de Legemieden
sep. 1634 van niews gewonnen ende aengecomen>
Cornelis, de huisvrouwe van Claes Jansen
Geertijen Meckes, huisvrouwe van Tomas Jansen, nae voergaende
ondersoeckinge ende belijdenisse hares gelooves.
4 dec. 1635 van niews sich tot het gebruick van des Heeren H. avontmaell
begeven:
Dietjen Claesen, huisvrouwe van een Abell N, die etlijcke jaren
tot Woltershem aen den disch des Heeren gecommunicieert hadde...
Jan Berenz ende
Aeltijen sijn huisvrouwe na belijdenisse
4 jun. 1636 van nieus: na belijdenisse
Jurjen Gerrijts, jongman en dienstknecht van Pieter Cnarsz ...
3 sep. 1636 van niews angecoomen na belijdenisse:
Jan Clasen backer
Gerrijt Jansen wedman ende
Anna Gerrijts sijn huijsvrouwe
Jan Hindrix scoen-lapper ende
Gebbke sijn huijsvrouwe
2 dec. 1636 van niews angewonnen .na belijdenisse:
Tjaertijen, weduwe van wijlen Lienaert Schroor
Trijne huijsvrouwe van Jan Hindrix Backer
10 maart 1637 van niews up de belijdenisse des gelooves:
Alijt Pieters huijsvrouwe van Pieter Backer
Trijntijen Wolderinge, dienstmaecht van denn E.E.Jr. Albert Conders
2 juni 1637 van niews angenowonnen..
Bartijen d'huijsvrouwe van wijlen Gerrijtt Jurjens na hare gelooffs
belijdenisse:
van Ferwert sijn angecoomen
Cornellijs Crijns mit
Geertijen Willes sijn huijsvrouwe
2 sep. 1637 op belijdinge:
Onne Geerts
9 juni 1638 presenteerden sick voor nieuwe litmaten:
Timen Hermans ende
Nanne sijn huisvrouwe, sijnde uijt des Caspel Burum gecomen
sep. 1638 van niews angecomen:
Diewer Jansen weduwe van wijlen Claes Cornellijs op
d'Hooghe-miedenn
begin dec. 1638 van niews is aengecomen met getuichnisse:
Thomas Jansen woonachtich op d' Hoogemieden
10 maart 1639 hebben sick van nieus tot des H. avontmaell begeven...na
belijdenisse:
Albert Hindrix Mulder ende
Ellejen sijn huisvrouwe
Jantjen Jansen dienstmaeght van d' E.E.Joncker Conders
7 juni 1639 na belijdenis:
Anne Jansen huijsvrouwe van Jan Clasen Backer
Kunne Pieters huijs-vrouwe van Pieter Garbrants Snijder
7 sep. 1639 na belijdenis:
Pieter Frerics ende
Griete sijnn huisvrouwe
13 maart 1640 nieuwe communicanten op belijdenisse:
Jan Hindrix van Lier arbeijder
Ave Cornellijs weduwe van wijlen Hans Tjepkes
Renske, dienstmaecht van d' E.E.Jr. Conders
6 juni 1640 van nieus:
Beerte dienstmaecht des E.E.Jr. Alb. Conders
4 sep. 1640 van nieus is angedient:
Trijnen d'huijsvrouwe van Tjaert Isebrantsz hebbende te vooren tot
Fransum gecommuniceert
5 dec. 1640 van nieus:
de Eerentrijcke Jonge Juffer Willemtien Clants vertoonende seer goede
attestatie van den kercken-raedt van den Dam
20 maart 1641 van nieus:
Pieter Jacobs
5 juni 1641. nieuwe communicanten:
Gerrijt Heeck met
Greetjen sijn huijsvrouwe
4 dec. 1641 na belijdenis:
Claes Jacobs Stelle-maker, ende
Brechte Roeleffs sijn huijsvrouwe
Steven Jacobs Timmerman
Pieter Jacobs, zone van wijlen Jacob Cuijper
Jilcke Pieters, effen buijten Adewert woonende
11 maart 1642 na belijdenis:
Cornellijs Jochums met sijn huijsvrouwe
Trijne Jansen
Kunne Berents huijsvrouwe van Frans Harkens
10 juni 1642 van nieus angecomen:
Anne Hindrix huijsvrouwe van Jan Eijsens met attestatie van de
kercken-raedt van Groningen
3 sep. 1642 van nieus:
Doeke Jacobs ende
Jantjen sijn huijsvrouwe
16 juni 1643 na belijdenis:
Anne Jansen dienstmaecht van den E.E. redger Coenders
Anne Siwerts huisvrou van Pieter Dercks, maar zij heeft niet
gecommuniceerd.
27 nov 1643 toegelaeten:
een sekere olde vrouwe genoemt Reijntien dewelcke toe voren tot Feerwert
ende op die Lege Meden hadde gecommuniceert
7 april 1644 toegelaten:
Oukjen Fokkes diewelcke toe voren tot Grijpskerk hadde gecommuniceert
23 juli 1644:
Gebke Hindricks met attestatie van Holwijrda
Elsien Jans, met attestatie van Groningen
12 nov. [1644] Voer die eerstemael gecommuniceret:
mester Joost Snick met attestatie van Grietzijl
25 aug [1645] voer die eerstemael gecommuniceret:
Jan Lienaerts naedat hij belijdenis sijns geloofs gedaen heft
Aeltien Dercks met attestatie van Leechkercke van pastor Bolhuis.
24 dec [1645] voer die 1 mael heft mit ons gecommuniceret:
Robert Andries met attestatie van Groningen
[ Dominee
Idema heeft twee administraties bijgehouden: een verzamellijst met daarop
enkel de namen van de lidmaten die hij heeft aangenomen, en los daarvan de acta
van de kerkenraad. Onderstaand is een compilatie van deze twee gemaakt. Leidraad
zijn de acta, daarin staan de datums vermeld. Aanvullingen uit het
verzamel-register, veelal beroepen en partners, zijn cursief hier aan
toegevoegd]
Gedenck-weerdige
Acta Memoriae
van alle t'gene
Dat sedert den 20 Novemb 1659
in de kerke end gemeinte van
Groot Aduwert in kerkelijcke
saeken sich heeft
toegedraegen
onder den dienst van
do. Petrus Idema
do. Gerardus Coccius
do. J.A. Mensinga [toevoeging] vertrokken na Usquert den 15 Maij 1717
Register der persoenen die ledemaeten sijn deser
gemeinte end mede communicanten an des taefel des Heren, en bij mij aengeno-
men, de naemen der andere sijn te vinden int ander boek
Mans Persoenen Vrous Persoenen
[dit register dus niet opgenomen, maar de registraties uit de acta.
Cursieve aanvullingen komen uit dit niet integraal opgenomen register]
De handelingen van het Avontmael des Heren
Petrus Idema Ecclesiast in Groot Aduwert
Aeltien Popkens Beima huisvrouw van Petrus Idema Pastor in Aduwert
8 Jan. 1660 op belijdenis:
Geert Jansen
Aeltien Timens
Peter Tijssens timmerman
Trijntijn Jacobs huisvrouw van Peter Tijssens
Hindric Peters Smit
Trijntien Doekes
Hindric Jansen wever
8 april 1660:
Vrouke Peters
Trine Jacobs
Jantien Stevens
Reintien Fransen Scipper
Geeske Claesen huisvrouw van Reintien Scipper
met attestatie:
Aeltien Popkens Beima
Harmen Jansen
Dom. 4 Trinitatis 1660:
Grietien Jansen Marinis dochter van Mest. Jan. Marinis
met attestatie van Grijpskerke:
Aeltien Harmens Popma dienstmaecht van Jan Scoenmaeker
Dom. 17 post Trin. 1660:
Tonnijs Claesen Backer end
Anneien Jansen sijn huisvrouwe
Trine Jacobs
Wieben Jansen
Liefke Gerrijts huisvrou van Schelte Abels
Goldu Jansen huisvrouwe van Hindric Smit
4e zondag na 3 Adventi 1660:
Benedictus Peters timmerman end
Fre Peters huisvrouw van Benedictus Timmerman
Claes Lubbers Backer
Anne Tonnijs moeder van Claes backer
Grietien Jacobs
Griete Jansen
Petertien Jansen met attestatie van Wierum
14 april 1661:
Trijntie Claesen
Peterke Peters
Claes Lammers
Luitien Papes
Menne Jansen
7 juli 1661
met attestatie van den Ham:
Jantien Jansen
26 Jan. 1662:
Cornellis Peters
Sije Alberts huisvrou van Cornellis Peters
Vechter Claesen
Hans Harmens
Jr. Johan de Mepsche
11 mei 1662:
Vrou Agnes Gruis huisvrouw van Jr. Johan de Mepsche
10 aug. 1662:
Lubbert Buiningh sone van Gerrit Jans wedman
9 nov. 1662:
met attestatie van Groningen:
Anna Margrieta Jansens
Hindrik Jans en
Anne Hermens zijn huisvrouw met attestatie van de Legemieden:
8 feb. 1663:
Hindrick Jans met sijn huisvrouw Anne Harmens [tweede vermelding]
9 aug. 1663:
met attestatie van Esinga:
Martijen Claesen
15 nov. 1663:
Jan Pieters Schipper end
Aucke Hansens
21 feb. 1664:
Jantien ten Broek
Jan Jansen
Trijntien Jacobs
met attestatie van Bafflo:
Trijntien Elties
1 aug. 1664:
Aefke Peters
19 feb. 1665:
Tijatijn Jansen
Tijert met sijn huisvrouwe
Marritien Ennes
Eise Ennes
21 mei 1665
Zijtse Cornellis
Jantien Benes huisvrouwe van Zijtske Cornellis
Tette Reints
met attestatie van Suithorm:
Hille Thomas
is ock alsdoen noch angenomen:
Agneta Jansen
20 aug. 1665:
met attestatie van Groningen:
Elsebetha Didering
26 okt. 1665:[ waarschijnlijk schrijffout, zal november zijn]
met attestatie van Bedum:
Geertruit Harmens dienstmeit van Joncker Johan de Mepsche
28 feb. 1666:
Stijntien Stephens en
Jantien Hindricks, welck beide persoenen nae gedaene belijdenisse haar
geloofs eerst gedoopt en daer nae tot des Heren taefel ock sijn angenomen
20 mei 1666:
Peter Crijns met sijn huisvrouwe
Grete Fransen
18 aug. 1666:
Geert Hindricks Schoenmaeker
7 juni 1668:
Jan Jacobs en
Geertruit Peters, met attestatie van Rowolde
Tietscke Dercks met attestatie van de Legemeden
Mr. Frans Fransen van de Drachten
Auke Jansen
Grietien Tijmens
Hindrick Annes ende
Swaenje Claesen sijn huisvrouwe
7 maart 1669:
Gosen Luities
Reintien Jansen
Antie Peters
6 juni 1669:
Jan Fransen end
Anje Tijaerts echteluiden met attestatie van Fransum
6 aug. 1669:
Geert Onnes
Derck Peters en
Gebbe Luities sijn huisvrouw
5 dec. 1669:
Ettien Lubberts
Brant Jansen
Jacobjen Abels
Peter Cornellis end
Geeske Fransen sijn huisvrouw
met attestatie van Den Ham:
Tijmen Jacobs end
Trijntien Claesen sijn huisvrouw
Lumme Jansen met attestatie van Saexumhuisen
6 maart 1670:
Jan Coers en
Aeltien Lammers sijn huisvrouw
Hindrick Claesen
5 juni 1670:
Jan Hindricks
Harmen Jansen
Leendert Sappes en
Grietien Luities sijn huisvrouw
met attestatie:
Harmen Jansen van Niewehove
Gretien Berniers van Sawert
Eltien Roelefs van Saexum
Cornelis Louwerents van Ferwert
5 maart 1671:
Peter Harmens
Aeffje Fransen
Frerick Bonnes
4 juni 1671:
Ettien Hindricks
met attestatie
Trijnje Jacobs Bloem van Suithorm
Tonje Cornellis van Feerwert
Etie Goverts van Esinge
Trijntien Jansen van Leeghkerke
3 sep. 1671 met attestatie:
Jan Claesen Pot en
Fennetien Jansen zijn huisvrouw [beide] van Amsterdam
Hindrick Dercks en
Gretie Jansen zijn huisvrouw [beide] van de Leeck
Jan Crijns en
Claeske Tijmens zijn huisvrouw [beide] van Esinge
Jacob Jansen en
Trijntien Harmens zijn huisvrouw [beide] van de Legemieden
3 dec. 1671:
Eise IJtes Iwema
Peter Willems
Lulef Alberts, nae dat hij eerst is gedoopt geworden
Derck Harmens en
Trijne Peters sijn huisvrouwe
3 maart 1672
Gerrijt Sijbrants en
Sieke Frericks eheluiden
Jan Harmens
Abel Harmens
Sijbrant Claesen
2 juni 1672:
Cornellis Jacobs, nadat hij eerst den 15 martij te vooren waer gedoopt
Geertien Galens
Marritien Jansen
Gretie Roelefs
Trijnje Jacobs
met attestatie:
Peterke Luities van Leeghkerke
Gretie Reinties van den Ham
22 dec. 1672:
Heepke Claesen en
Antie Meertens eheluiden
Hindrick Wijbes
Jan Alberts
23 maart 1673:
Derck Hindricks en
Doedje Arents eheluiden met attestatie van de Leke
8 maart 1674:
Aefke Carstiens
Albert Jansens en
Auke Rempts eheluiden
6 dec. 1674:
Roeleffien Abbringe
7 maart 1675:
Trijnje Jansens
5 juni 1675:
Anje Dercks
Renske Jansen
Jantien Harmens
Mr. Theodorus Baarda en
Mecheltien Wilhelmi eheluiden met attestatie van Groningen
Roelef Willems van Roon
5 sep. 1675 met attestatie van Oldehove:
Jan Boukes
5 maart 1676:
Jakel Sijrts en
Anje Haijes eheluiden
Auke Willems
4 juni 1676:
Joest Harmens
Cornellis Crijns en
Fokeltien Tieerts eheluiden
met attestatie:
Roelef Tijmens en
Joestien Everts eheluiden van Weede
Sijbrant Engelberts en
Aefke Abels eheluiden van Grijpskercke
Jacob Jacobs van 't Hoogesandt
4 sep. 1676:
Waelinck Luities en
Anje Berents eheluiden
Feike Peters en
Anje Folkerts eheluiden
3 dec. 1676:
Hindrick Daniels en
Anje Claesen eheluiden
Geeske Wessels
met attestatie van Esinge:
Eetscke Luels
4 maart 1677:
Gretien Bakeringe
5 juni 1677:
Gretien Tonnijs
Brechte Frericks
Jantien Peters
Hilje Tiarcks
2 sep. 1677:
Gesien Baarda
Tijs Roelefs
Gerrijt Tijmens
2 dec. 1677:
Fennigien Reinties
2 juni 1678
Willem Cornellis en
Trijntien Everts eluiden
Jantien Jansen
Eleke Alberts
Jacob Jansen met attestatie van den Ham
Hilligien Jansen met attest. van Groeningen
……..
2 maart 1679:
Claas Louwerens
Antie Tees
Elske Benedictus
1 juni 1679:
Jan Jansen en
Trijne Jacobs van Wierum die te voren van Aduwert naer Wierum waeren
getrocken
Elsien Coens met attestatie van Groen.
21 maart 1680:
Peterke Claesen
Engbert Berents
Claes Carstiens
17 sep. 1680:
Peter Meertens
Jochum Doedes
Dreuws jacobs
Isebrant Crijns
met attestatie van den Ham:
Anje Jacobs
11 dec. 1680:
Ubel Tijerts
met attestatie van de Legemieden:
Hindrick Tonnijs en
Trijnje Meertens sijn huisvrouwe
Jan Alberts
6 maart 1681:
Jan Cornellis
12 juni 1681:
Anje Alberts
Copien Bartels
Egbert Jansen
met attestatie van Noordwolde:
Elske Egberts
van den Ham met attestatie:
Gretien Martens
4 sep. 1681 met attestatien:
Hilligien Jansen van Esinge
Magdalena Harckema van Leegkerk
Folkien Jacobs van Leege Meden
4 dec. 1681:
Peter Jansen
Geertruit Jansen
Marritien Luities
Jan Geerts
Eefse Berents
Geeske Meinderts
Auke Hindriks
Abel Jansen en
Geertien Benedictus sijn huisvrouwe
[doorgehaald: met attestatie van Groeningen Anne Arents ]
5 maart 1682:
Reinder Peters
Anne Crijns
Reinder Arents
met attestatie van den Ham:
Marritien Reinties
8 juni 1682 met attestatie van Groeningen:
Anne Arents
10 sep. 1682:
Nieske Harmens, nae dat sij eerstdoor den h. doop in het verbondt der
genaden waer aengekomen
3 dec. 1682:
Jr. Gijsbertus Mattheus Criex
Fijke Jansen
Trijnje Jacobs
Trijnje Derx
Claes Julles met attestatie van den Ham
4 maart 1683:
Mr. Peter Cornellis
Ancke Tonnijs
Aefke Mindelts
met attestatie van Oostum:
Harmtien Hindricks
3 juni 1683:
Jr. Johan Clant van Uithuisen
Jacob Ebels en
Renske Meiners [beide] van den Ham
Jouke Luikes van Niezijl
Fokel Ubels van Northorm
Hindrick Meinderts van den Ham
3 sep. 1683:
Voske Rosema
Claes Geerts met attestatie van den Ham
2 maart 1684:
Geeske Gerrijts
8 juni 1684:
Geertruit Remts
Tonnijs Tierts met attestatie van Feerwert
Trijnje Peters met attestatie van den Ham
Esse Berents
7 sep. 1684:
Louwe Lammers
Mettien Hindricks met attestatie van Groningen
Eefke Lammers met attestatie van den Ham
Geertien Jacobs met attestatie van de Hogemieden
1 dec. 1684:
Trijnje Fockens
Welmoet Frerix met attestatie van Wierum
1 maart 1685:
Anna Pots
Hindrick Alberts
Dewercke Tijmens met attestatie van den Ham
Anje Jacobs met attestatie van Witte Wierum
19 juni 1685:
Derck Hindricks met attestatie van Leegkerck
6 sep. 1685:
Abel Sijmens
Thoemas Peters naedat hij eerst is gedoopt geworden
Swaentien Jacobs met attestatie van den Ham
6 dec. 1685:
Evert Sijrts
Lutgertien Jansen
Renske Jansen met attestatie van Garnwert
Gesien Peters met attestatie van Groningen
Mest. Jeremias Pilon en
Mettien Tebbitman sijn huisvrouwe met attestatie van Beem
5 sep. 1686:
Trijnje Peters
Lijsbet Claesen
Harmen Sijbrants en
Attie Elses met attestatie van Wierum
6 maart 1687:
Mencke Sickens
Roelef Tonnijs
7 juni 1687:
Luitien Jansen en
Haije Popkens met attestatie van den Ham
6 sep. 1687:
Derck Hindricks
Geertien Dreews
Albert Cornellis
Anje Cornellis
Trijnje Jansen met attestatie van den Ham
5 maart 1688:
IJke Cornellis
3 juni 1688:
Harrijt Frerix
Derckien Dercks
Hindrickien IJsacks
met attestatie van Leens:
Tijalling Abrams
2 maart 1689:
Peter Benedictus
Eefse Rickerts
Gretien Jansen
2 dec. 1689:
Hindrick Peters
Mecke Jacobs
Trijnje Jansen met attestatie van Noorthorn
1 sep. 1690:
Mest. Claas Pot
Gretie Zegels met attestatie van Tjamsweer
15 juni 1691: [mogelijk maart, 1e registratie in 1691, zie ook volgende]
Reenje Peters
14 juni 1691:
Hindrik Wijbes en Marritien Jansen
met attestatie van Oosterwijtwert:
IJdske Harkens
met attestatie van Suithorm:
Gerrij Alberts
6 sep. 1691:
Antie Peters met attestatie van Wierum
12 juni 1692 met attestatie van Oldehove:
Eefse Berents
4 dec. 1692:
Timen Jacobs en
Grietjen Rijpkes echte luiden
10 maart
1695 met attestatie:
Gosen Maurits van Winsum
Liefke Gerrits van Feerwert
Fennetjen Henriks van Feerwert
na gedane belijdenisse:
Jan Leenderts
Claas Jansen en
Brechte Sibrands eheluiden
Henrik Wopkes
Anje Eckes
Thee Timens
Henrik Peters
Jacob Peters
Peter Peters
Jan Egberts
9 juni 1695 met attestatie:
Gerlof Jansen
Ritze Fockes en
Nieske Luitjens ehelieden,
Grietje Luitjens [ deze vier] gesamentlijk van den Ham
Peterke Jans van Hogemeeden
Grietje Freriks van Niehove
na voorgaande ondersoek
Geertjen Henrix huisvrou van Gerlof Jansen
8 sep. 1695 met attestatie:
Roelof Timens van Visvliet
Marretjen Mewes van den Ham
na voorgaande ondersoek:
Claas Egberts
Henrik Benedictus
Derk Arents
Ipe Henrix
Peter Derks
Albert Jansz
Aefke Clasen
Stijnje Peters
Trijnje Michiels
8 dec. 1695
Eefse Berents met attestatie van Burum
na gedane bekijdenisse:
Lubbert Clasen
Jannes Jacobs en
Berent Peters
8 maart 1696
Tonnus Tjeerts en
Trijnje Peters ehelieden met attestatie van Fransum
na belijdenisse
Abel Clasen en
Cornelis Peters
7 juni 1696
Aefke Jans met attestatie van Esinge
Date Meckes en
Geertjen Jans [ beide] van Leegkerk
Pleunje Derks van den Ham
Jacob Eijses na belijdenisse
13 sep. 1696
Egbert Iwes en
Onne Heres, beijde na gedaene ondersoekinge
12 maart 1697
Laurens Geerts met attestatie van Rowolde
6 juni 1697
Jan Arents met attestatie van Hogemeden
Trijnje Reenders na belijdenisse
Eeske Crijns na belijdenisse
12 dec. 1697 na voorgaande ondersoek
Geertjen Willems huisvrou van Jacob Peters
13 maart 1698
Eefse Berens met attestatie van Baflo
Trijnje Allerts met attestatie van den Ham
Geeske Peters met attestatie van Onderwierum
na voorgaande belijdenisse
Geert Geerts en
Henrik Jacobs
12 juni 1698
Feijke Mattheus en
Elske Peters ehelieden met attestatie van Leegkerk
10 sep 1698
Lijfke Eisens met att. van Leermens
Willem Wolters met att. van Lewaerden en
Derk Brants na belijdenisse
12 maart 1699 toegedaan
Trijntje Pieters huisvrou van Willem Wolters
18 juni 1699
Hilje Jans van Faan
Date Meckes en
Geertjen Jans van den Ham
Hendrikjen Folkers van Noordhorm
3 sep. 1699
Gesina Reneman huisvrou van Ger. Coccius met attestatie van
Nijehove
10 dec. 1699
Barber Luitjens met attestatie van Visvliet
3 maart 1700 toegdaan
Auke Cornelis huisvrou van Jacob Jans op Langeweer
Marretjen Geerts met attestatie van Leegkerk
8 dec. 1700
Maria Pot,
Menne Wopkes, en
Jannes Derx na gedane belijdenisse en
Lijsebet Jans huisvrou van Harmen Jacobs met attestatie van
Garnuwert
1703 tot het
H. avondtmaal en tot dese gemeijnte aangekomen sonder correcte aanteijkeningen
omtrent welcke tijdt vant jaar,
op hare belijdenis:
Cornelis Jans
Geeske Peters
met attest:
Jantjen Jacobs van Nijezijl
Grietjen Cornelis Sekema van Nijehove
Grietje Hindriks en
Grietjen Peters [beide] van Garnwert
den 25 mart. 1703 het H. avondtmaal gehouden onder het ankomen van dese
ledematen
op de belijdenisse:
Jantjen van Wijck
met attest:
Margrieta Freercks van de Leeck
Peter Jacobs [en]
Auckje Bouckes [beide] van Den Ham
Dieuwercke Dercks [en]
Trijnje Jacobs [beide] van Zuijdthorn
Grietje Hindricks van Wierum
1704
den 23 Mart. het H. avondtmaal gehouden ende op nieuws tot Ledematen van dese
gemeijnte aangekomen:
Eijlke Cornelis van Obergum
Freerck Tjarcks van de Leeck
den 15 juni wederom gehouden het H. Avondtmaal des Heeren en op hare
belijdenisse tot Ledematen aangenomen:
Juffer Elijsabeth Susanna Sickinga
Geertruijt Willems
Elsje Egberts
Kunje Peters
Reenje Jacobs
met attestatie:
Harmen Sijbrants van den Ham
den 21 sep. het avondtmaal des Heeren gehouden en is met attestatie tot ons
overgekomen:
Jantjen Geerts van Noorthorn
den 7 dec. het nachtmaal des Heeren gecelebreert en op hare belijdenisse tot
Ledematen toegelaten:
Menso Peters
Reijtjen Dercks
Trijnje Everts
1705
den 29 Mart. het H. avondtmaal des Heeren gehouden en op nieuws tot Ledematen
aangekomen:
Ancke Steephens
Aaltjen Mesteringh van Groningen
dem 21 jun. wederom het H. avondtmaal gehouden en tot Ledematen van dese
gemeijnte geworden:
Antje Dercks
Roelof Lamberts
Anje Harmens
Lijsabeth Louwes
met attest:
Lammighjen Roelofs van Veendam
Jan Hindricks van Visvliet
Aaltjen Jans van Groningen
den 13 sept. het H. avondtmaal gehouden en op nieuws na hare belijdenisse tot
Ledematen van dese gemeijnte geworden:
Harmen Jans
Fenje Jacobs
Eeucke Peters
Aaghtje Dercks
Reijntjen Jans
Doede Meijnderts
met attest:
Geertjen Harms van de Breede
Jan Jacobs en
Geertjen Freercks [beide] van Noordthorn
Imme Jans en
Geertjen Allen [beide] van Oldehove
den 6 decemb. het avondtmaal des Heeren gehouden en op hare belijdenisse
aangenomen:
Berent Jans
Gerrit Jans
Geert Clasen
Etjen Jans
Aaltjen ….
Tjeert Tonnis
Luijtjen Walinghs
Dieuwer Peters
1706
den 7 Mart. het H. avondtmaal gehouden en tot Ledematen aangenomen:
Peter Hindricks
Tonnis Roelfs
Tietje Roelfs
Geert Clasen Louwerens
met attest:
Breghtje Tonnis van Hooghkerck
den 30 maij het H. avondtmaal gehouden en met ons gemeijnte vereenight:
Gebke Alberts
met attest:
Hebeltjen Andries van Noordthorn
den 17 octob. het avontmaal des Heeren gehouden ende onder onse gemeijnte
ingelijft:
Martjen Menckes
Jan Spanjerts Grietje
den 25 dec. het avondtmaal gehouden
1707
den 13 Mart. het avondtmaal des Heeren gecelebreert en tot ons gekomen
met attest:
Lubbert Jans van Baflo
den 5 jun. het avondtmaal gehouden ende alhier onder ons toegelaten tot
Ledematen:
op attest:
Philippus Ippius [en]
Teetjen Kost [beide] van Groningen
Gesijna Wibes van Godlinse
Cecilia Steckmans van de Bourtange
den 11 sept. het avondtmaal des H. gecelebreert.
den 11 dec. het avondtmaal des Heeren gehouden en op hare belijdenisse tot
communicanten aangenomen:
Peterke Harms
Aaltjen Reijnderts
1708
den 4 Mart. des Heeren H. avondtmaal gehouden en tot des Heeren tafel toegelaten
op hare belijdenisse:
Derck Hendricks
Popke Jakels
Cornelis Willems
Geeske Dercks
Grietje Oetses
Nieske Clasen
met attest:
Lambert Jans [en]
Grietje Hindricks [beide] van Groningen
Hindricktjen Hindricks van Rowolde
Anje Jans van den Ham
den 24 jun. het H. avondtmaal gehouden en op hare belijdenisse onder ons
aangenomen:
Geertjen Jans
Trijnje Egberts
den 23 sept. des Heeren Nachtmaal gehouden.
den 9 decemb. het H. avondtmaal gehouden mede de toelatinge van nieuwe Ledematen
op hare belijdenisse:
Sipke Clasen
Euwe Jacobs
Jan Clasen
Hilje Jans
Aaltjen Jacobs
Talje Fungers
Jantjen Clasen
1709
den 17 Mart. het H. avondtmaal gehouden en op hare belijdenisse tot Ledematen
aangenomen:
Jan Adolfs
Eijse Cornelis
Annighje Dercks
Froucke Jans
Regnerus Ippius
den 9 jun. het avondtmaal des Heeren gehouden en op hare belijdenisse
aangenomen:
Jacob Hindricks
Trijnje Sijbrants
den 6 sept. het H. Avondtmaal des Heeren gehouden en tot ons gekomen:
met attest:
Albert Jacobs van Groningen
Diewer Peters van Garnwert
den 8 dec. het avondtmaal des H. gehouden onder de toelatinge van dese nieuwe
Ledematen onder ons, na de belijdenisse:
Jargh Jarghs Auwerda
met attest:
Wolterke Wolters [en]
Jantjen Jacobs [beide] van Groningen
1710
den 10 Mart. het heijl. nachtmaal gehouden en na belijdenisse toegelaten
Jan Dercks
Berentjen Clasen
Hilje Onnes
Anje Hindricks
den 22 jun. het Avondtmaal des Heeren gehouden en op de belijdenisse toegelaten:
Wessel Wessels
met attest:
Ette Geerts van Groningen
Betje Willems van Leeg-kerck
den 21 sept. het avondt gehouden en tot Lidtmaat onder ons aangenomen:
op attest:
Weijt Sickes van Hooge-Mieden
den 12 dec. het H. avondtmaal gehouden ende met ons vereenight:
op attest:
Peter Abels van de Leeck
Trijnje Jans van Leegh-kerck
1711
den 12 april het H. avondtmaal gehouden, en op de belijdenisse des geloofs tot
Ledematen aangenomen:
Albert Berents [en]
Corneliske Cornelis ehe-lieden
Peter Pijers
Sijwert Meijnderts
Geertruijdt Jacobs
Lumge Geerts
Meijndert Roelfs [en]
Geelje Clasen ehe-lieden
met attest:
Grietje ……van Warfhusen
den 21 juni het H. avondtmaal gehouden en met attestatie tot ons gekomen:
Geert Jans van Baflo
den 20 sept. het H. Nachtmaal des Heeren gehouden
den 20 decemb. des Heeren H. avondtmaal gecelebreert en zijn met attestatie
alhier tot ons gekomen van Leeghkerk:
Harmen Jacobs en
Lijsabeth Jans ehe-lieden
Marrichjen Hindricks van Groningen
en op belijdenisse:
Ajoldt IJbes
1712
den 20 Mart 1712 het H. Nachtmaal gehouden sonder aankominge van nieuwe
Ledematen
den 19 juni wederom des Heeren avondtmaal gecelebreert en op haar belijdenisse
daartoe aangenomen:
Gelwe Clasen
Geert Clasen en
Talije Fungers ehe-lieden met attest van Ulrum
In September des Heeren h. Avondmaal gehouden naa voorgaande visitatie sonder
dat meer ledematen als vooren sijn toegelaten.
Den 18 decembris 's Heeren h. Avondmaal gehouden, waartoe op belijdenisse des
geloovs aangenomen:
Peter Peters
Albert Juriens
Aaltjen Klasen
Jantjen Jacobs
Anje IJsbrands
In mart. 1713 het H. avontmaal gehouden en zijn met attestatie tot ons gekomen:
Tatien Haickelenborgh wed. van Bartl. Reneman van Nijehove
Geeske Garmts wed. van Gerke Blinker van den Ham
Trijnje Hindricks wed. van Drewes Allerts van Fransum
in juni 1713 het H. Avondtmaal gehouden en op attestatie tot ons aangenomen:
Geert Geerts van Groningen
Aafke Eles vrouw van Egbert Jacobs van Dorquert
1713
den 18 Decemb. des H.H. avontmaal gehouden en zijn op attestatie toegekomen:
Hermannus Hessecamp van Castricum,
Jan Coiter op attest. van Groningen, en
Annetje Harms mijn dienstmeit. [op attest. van Groningen]
tot ledematen na voorgaande onderzoek:
Jan Geerts van Leegkerk, en
Grietje Hinrijx
1714
den 18 Meert des H.H. avontmaal na visitatie en proefpred. gehouden en zijn tot
ledematen toegevoegt:
Trijnje en
Frouke
den 17 junius des H.H. avontmaal na visitatie en proefpred. gehouden en is tot
litmaat alleen toegevoegt en bequaam gevonden:
Hindrik Derx
den 16 Septemb. des Heren avontmaal na visitat. proefpred. gehouden, met
kerkelijke attestatie tot ons gekomen:
Joanna Jacoba van der Schuur mijn huiscrouw en haar dienstmeit
Hindrikjen Eellinge van Groningen, als ook
van Fransum Jan Arents en Eefke Krijns.
Den 9 Decemb. des Heren H. Av.maal na visit. en proefpred. gehouden, en zijn
aangenomen:
Luulf Jansen
Jan Geerts
Japikje Japiks, alle onder belofte van zig te zullen oeffenen en laten
onderwijzen.
1715
Den 31 Meert des H. Heilig Avontmaal na visitatie en proefpredik. gehouden, tot
ledematen aangenomen
Eisse Jans en
Sibrant Arriens,
en met attestatie van Groningen zijn tot ons gekomen
Jakob Michiels en
Eetje echtelieden.
Den 9 junius des H. Heil. Avontm. na visitatie en proefpred. gehouden,
met attestatie van Groningen tot ons gekomen
Jacob Michiels en
Eelje Jans egtelieden, als mede
Jouke Jacobs en zijn huisvrou.
Den 14 Septb. des H. Heil avontmaal na visitatie en proefpred. gehouden zonder
dat er weder niewe ledmaten zijn angekomen.
Den 1 Decemb. des H. Heilig avontmaal gehouden, na visit. en proefpred. en zijn
tot ledematen angenomen
Pieter Bois, en
Pieter Jans,
met attestatie zijn tot ons gekomen
Klaas Jansen en
Geertje Jacobs en Jan Thies?..
van Leeghkerk [slecht leesbaar]
1716
den 29 Maart des H. H. Avontmaal na visitatie en proefpred.gehouden en
tot Ledematen aangekomen
Sijbrant Berents [?] en
Geertje[ ? Tijs[?] ...
met attestatie van Warfhuizen is tot ons gekomen
[Jannes Juerts?] [zeer slecht te lezen, meer gokken] en
Trijntje Hindrix, met attestatie van Den Ham,
is ook door mij toegestaan dat Antje Harkes wed. van .... .... [staan
puntjes] op het Auwerder voorwerk, zo lang zij leeft, bij ons het H.avontmaal
zal mogen ontfangen, wijl zij tot redenen van haar verzoek, hare zieklijkheit,
ouderdom en de permissie van de Pastoor (die mij ook zelfs dit heeft verzogt)
bijbragt.
den 28 Junius Nadat het H.Av. van wegen de kraam van haar HWG de Vrouwe van
Aduart 2 weken was opgeschort, is het zelve, na voorgaande visitatie der
gemeente in dewelke niets is voorgevallen dat d’aantekeninge weerdig is, en de
proefpred. gehouden, en is
tot lidmaat aangenomen
Jannes Hinriks van Esinge
en met kerkelijke attestatie zijn tot ons gekomen van Collum
Annete Jansen en
Niesien Hielens?..
den 20 Septb. tot ledematen aangenomen
Trijnje Derx vrouwe van Pieter Laurens en
Hellechien Sibrants.
Den 27 Decemb zijn op het nieus
na voorgaande belijdenis hunnes geloofs daar toegegaan
de Hoog Ed. gebr. Heert Joest Lewe Luit. Colonel van Gr.,
de Hoog Ed. gebor. Juffers van Aduart Elizabeth Petronelle, en
Wendela Cornera Lewe, als mede
Vegter Jacobs,
Diewerke Jacobs, en
Lubge Harms.
Met attestatie zijn tot ons gekomen van de Ham
Trijnje Alefs huisvrouw van Dirk Alles, en
Jan Jans, met
Frouke Hindrix egtelieden van Garnewert.
1717
den 28 Maart zijnde Paasdag na de gewoonlijke voorbereitselen des H. Heilig
avondmaal gehouden, en
daartoe gekomen
Pieter Laurens en
Icktien Jans
met attestatie van Leegkerk is tot ons gekomen
Antje wed. van IJtse [?] Jans.
den 29 Junius na voorgaande konding visitatie etc. des H. avontm. gehouden en
zijn
tot ledematen aangenomen
Claas Claasens,
Pieterke Sijmens,
Geertruit Tijssens,
met attestatie van Den Ham
Berent Engelberts en [volgt niets]
1718, 1718 en 1719
onder de tijt dat Aduard vacant is geweest ontbreken de aantekeningen aangaande
het Avondmaal des Heeren.
Ondertusschen zijn tot lidmaten aangenomen
Dieuwertjen Jacobs met attestatie van Appingadam, en
Hindrikje Jans met attestatie van Tiinallinge.
1718
den 30 octob. is na gewoonlijke voorbereiding des H. Avondmaal gehouden en is
tot lidmaat aangenomen,
Aleida Reinders, met attestatie van Feerwert.
1719
den 12 Februarij is na behoorlijke voorbereiding des H. Avondmaal gehouden
den 30 April is na behoorlijke voorbereiding des H. Avondmaal gehouden, en is
tot lidmaat aangenomen
Eefse Claassen met attestatie van Zuidhorm.
den 2 julij is na behoorlijke voorbereiding des H. Avondmaal gehouden en zijn
tot lidmaten aangenomen
Jan Everts en
Lijske Hendriks met attestatie van Visvliet,
Sibbe Claassen en
Grietje Pieters met attestatie van Zuidhorm,
Trijnje Hindriks met attestatie van Rottum.
den 22 octob. is na behoorlijke voorbereiding des H. Avondmaal gehouden.
den 24 Decemb. is na behoorlijke voorbereiding des H. Avondmaal gehouden, en
tot lidmaat aangenomen,
Trijntje Alberts met attestatie van Feerwert,
1720
den 31 Maart is na voorgaande voorbereiding des Heeren Avondmaal gehouden.
Tot lidmaten zijn aangenomen,
Teetje Jans met attestatie van den Ham, en
Jacob Tonnis met attestatie van Nijkerk.
[HG 1-a
1616-1720 Kerkenraad]
IV Register van Olderlingen, ende Diaconen disser Gemeinte
Dat ampt van olderlinc ende diacon is sus-lange van
eenehands persoonen gemen bedient gewest, ende sulckes
uth erheeflicke [?] redenen.
ende sint de persoonen so dit ampt bitheer toe bedeenet hebben,
Mr. Onno Arents schoelmeister ende Mr. Hermannus Tijsius Ketel
chirurgijn
welcke oock noch voer dit mael in het selve ampt contunieren. Doch so is
den 7 Januarij 1616 na dat die diaconen hoeren reekeninge van het verleden jaer
gedaen hadden dissen beiden bovengemelt tot ein diacon adjungeret worden
Jacob Peters cuiper, welcke op de volgende sondage de Gemeinte voergestellet
sal worden omme daerna in hetselve ampt confirmeert te worden
den 14 Januzrij 1616 op sondach is bovengesz. Jacob Peters den Gemeinte
ter confirmatie voergestellet.
den 21 Januarij is bovengesz. Jacob Peters andermaels den Gemeinte
voergestellet
den 25 Januarij is bovengesz. Jacob Peters ten derden mael den Gemeinte
voergestellet.
Also geene verhinderinge ingebracht is waerumme bovengemelten Jacob Peters dat
Diacon-ampt, daer he van disser Gemeinte to nitbelet was, niet solde mogen
bedeenen, so is he den 4 Februarij opentlicken voer den gemeinte in dissem ampte
confirmeret ende bestendiget worden.
[ verder meestal uittreksels]
1617 geen veranderingen.
1 Jan 1618 “hefft Mr. Onno Arents schoolmeister versocht dat angezien he
nu langetijdt in sodanige bedieninge gewest waer, ein ander in sijn stede mochte
verkoren worden.”
Met de meeste stemmen werd verkozen Jurgen Schroeder, wever, die 25 Jan
1618 wordt bevestigd.
4 Jan 1619 Mr. Hermannus doet rekening van ontvangsten en uitgaven van
de voorstanders van de armen en verzoekt ontslag uit zijn ambt. Met algemene
stemmen wordt in zijn plaats verkozen Lubbert Cornellis timmerman, die 31
Jan 1619 wordt bevestigd.
2 Januari 1620 “ nae gedaene reeckeninge is in stede van Jurgen
Schroeder de sinen denst resigneert hadde omme oorsaecke, wederomme tot
einen voerstander der armen erwelet Mr. Onno Arents schollmeister, ende
also deselvige voermelt tot dien ampte solomnelick was geconformeert worde
sulcks voer dese onnoedich geachtet, sunders is mit handt tastinge des
ouderlinge geluckwunschinge voer bevestiget geachtet ende geholden “
7 aug 1625 diakonie afrekening gedaan, die sedert 1620 niet was verricht, omdat
de boekhouder Mr. Hermannus Ketell in die tijd naar Holland was
verhuisd. In zijn plaats, en die van Lubbert Cornelis Timmerman werden
verkozen Jacob Pieters Cuiper en Pieter Izebrants timmerman.
Wegens ziekte van Jacob Pieters werden ze pas 23 okt 1625 bevestigd.
16 sep 1632 Na afrekening van de diakonie op 19 aug 1632 door Mr. Onno
Arentsz moeten nieuwe ouderlingen en diakenen worden gekozen, omdat wegens
overlijden van Jacob Pieters cuiper en Pieter Isebrants timmerman
alleen Mr. Onno in dienst is gebleven. Met de meeste stemmen worden als
ouderlingen gekozen de E.E. Albert Conders redger en de Erb. Jacob
Jansen backer
en tot diakenen Mr. Onno Arents schoolmr. , om nog 1 jaar te continueren,
en de Erb. Willem Hindrix schoenmaecker en de Erb. Steven Jansen
smidt. ze werden 4 nov 1632 bevestigd.
Afrekening diakenen ten overstaan van Redger en pastoor op 10 mei 1634, 25 mei
1635 en 22 mei 1636.
5 juni 1636 Jonker Albert Conders verzoekt “om wichtige redenen, doch
niet geoepenbadet ” ontslag als ouderling, wat wordt geaccepteerd. Ook Jacob
Jansen verzoekt ontslag, maar dat wordt eenstemmig geweigerd ” om sijn
bequaemheijt tot sulcken bedieninge”. Tot nieuwe ouderling wordt gekozen Mr.
Onno Arents “die voeor desen dat ampt in dese gemeente bedient hefft”.
In de plaats van de nu afgaande diaken Mr. Onno en van Willem
Hindricks scoemaker worden eenstemmig gekozen Luijtijen Jansen
scoemaker en Jan Hindricx backer. De nieuwe diakenen worden 24 juli 1638
bevestigd.
21 juli 1639 rekening gedaan en allen zullen aanblijven.
22 mei 1642 rekeninge gedaen van de Diaconen altevoren de 27 Martij
met meeste stemmen tot diaconen gekooren Jan Abbes en Sappe
Linaerts, eindelijk 30 mei bevestigd,” om dat de rekeninge der diaconen,
door singuliere motiven wierde uijtgestaen”
Januari 1643 den … Januarij , overmits den E.E. Joncker Albert Coenders
redger deses gerichtes tot Adewert tot een olderlinck deser gemeinte reets een
sekeren tijt gecoren was, diewelcke beroepinge hij ooc angenomen heft, is die
gemeinte voorgestellet op drie volgende sondagen ooc imant enige oorsake mochte
hebben tegens die bevestiginge van dese persoon te pressenderen, doch gene
verhinderinge gecomen is, is die vorenoemde persoon in Martio nae order der
kercken geconfirmeert ende bevestigt.
Anno 1644 also die E.E.Joncker Albert Coenders, redger des gerichtes tot
Adewert, olderlinck deser gemeinte tot Adewert sijnde ende sjaer is comen te
ontslaepen. is in den jaere 1645 tot een nije olderlinc worden gecoren mit die
meeste stemmen Steven Jansens smit, ende also den tijt ock diakenschap
van Luitien Jansen geexpireret was, is op deselve tijt in sijn plaets tot
een nije diacon verkoren Jan Claesen backer, diewelcker namen die
gemeente op den volgende sondag ontdekt sijnde, of dat imant waer die enige
oorsake mochte hebben tegens die bevestinge van dese personen ter praetenderen,
is daer gene vernomen, daerom sij nae order der kercken sijn bevestiget
die diakenen hebben in den jaren 1643, 1644, 1645 rekeninge van hare ontfanck
ende uitgaven gedaen
anno 1646? , 1647 werde rekeninge geschiet [ertussen geschreven met andere inkt
]
anno 1648 12 Maij tot olderlingc gecoosen Luitjen Jansen ende nae dat
hij 3[?] mael ofkondicht is bevesticht.
[in marge] oock hebben die diakenen over 1648 rekeninge gedaen van hare ontfanc
ende uitgaven.
3 juni 1649 verkoren tot diaken Jan Berens, bevestigd 8 juli.
Anno 1649 den 8 Julij hebben de diakenen rekeninge gedaen van haer ontfanck ende
uitgave
Anno 1650 hebben de diaconen rekeninge gedaen van haer ontfanck ende uithgaven
Anno 1651 hebben de diaconen rekeninge gedaen van haer ontfanck ende uithgaven
Anno 1653 is Sappe Lienaerts tot een olderlick met de meeste stemmen
gekosen, in plaetse van den afgaenden Geert Jacobs, diewelcke nae
voergaende behorlike publicatie voer de gemeinte is bevestiget.
oock is die rekeninge der arme penningen geschiet.
“Anno 1652 sijn mit de meeste stemmen tot diakenen gekoren, Geert
Luities ende Jan Lienaerts,” na publicatie bevestigd.
“en doe die rekeninge geschiet”
Anno 1654
met de meeste stemmen tot ouderling gekozen Jan Hindricks backer in
plaats van de overleden meester Onno Arents.
tot diaken Cornellijs Lubberts in plaats van Jan Hindricks, na
bevestiging rekening van de armen middelen gedaan
17 juni 1655
tot ouderling gekozen Crine Simens in plaats van Sappe Lienaerts
tot diakenen Pieter Garmts en Albert Hindricks mulder in plaats
van Geert Luitiens en Jan Lienaerts
bevestigd 22 juli, dan ook rekening van de arme middelen gedaan.
… juni 1656
tot ouderling gekozen Luitjen Jansen in plaats van Jan Hindricks
tot diaken Cornellis Jochums in plaats van Cornellis Lubberts
na publicatie bevestigd, ook rekening van de arme middelen gedaan
14 juni 1657
tot ouderling gekozen Johan Francois Marinus in plaats van Crine
Simens
tot diaken Jan Abbes in plaats van Albert Hindricks
bevestigd 5 juli : “alsoo die consignatie om die swackheit van Johan
Francois is differeret”
dan ook rekening diakonie gedaan.
11 juli 1658
tot diakenen gekozen Wessel Eilerts schoelmeester en Jan Willems
in plaats van Pieter Garmts en Cornelljs Jochums
bevestigd 8 augustus, dan ook rekening diakonie gedaan.
[
Kerkenraad HG-1b 1660-1700]
Register van de ouderlingen ende Diaconen deser gemeinte.
10 april 1660
is tot een nieuwe Olderling verkoren Onne Geerts in plaets van den
afgaenden Luitien Jans, ende
twe nieuwe Diaconen Jan Leners en Cornellis Lubbers in plaets van
den afgaenden Jan Abbes ende versturvene Jan Willems,
welke te saemen nae behoerlijcke publicatie voor het ansichte der gemeinte sijn
bevesticht den 13 Maij 1660 en is ock op den selften dito de kerke rekeninge
gesciet.
21 april 1661
tot ouderlinc verkoren Cornellis Jochems in plaats van Mester Jan
Francois Marinus
tot diaken Crijn Sijmens cuiper in plaats van Mester Wessel Eilers.
beide 25 mei bevestigd.”end is ock op deselvige dito kerke rekeninge gesciet”
26 april 1663
tot Ouderling verkoren Sappe Leners in plaats van Onno Geerts
tot diaconen Bernier Harms en Geert Jansen backer in plaats van
Jan Leners en Cornellis Lubberts.
zijn alle 24 mei bevestigd, en 31 mei “rekeninge geschiet van de arme middelen”.
24 april 1664
tot Ouderling verkoren Peter Garbrants in plaats van Cornellis Jochums
tot Diacon Benedictus Peters in plaats van Crijn Simens
beide 22 mei bevestigd, en 30 mei “sijnde Pinxtermaendach des naedemiddegs
kerkerekeninge gedaen.”
29 april 1666
tot ouderling verkoren Jan Leners in plaats van “sijnen broeder” Sappe
Leners
tot diaconen Haije Popkens en Vechter Claesen in plaats van
Bernier Harmens en Geert Jansen
de 27 mei bevestigd, toen ook rekening gedaan van de armen middelen.
28 april 1667
tot ouderling verkoren Cornellis Lubberts in plaats van Peter
Garbrants tot diacon Hindrick Peters in plaats van Benedictus
Peters.
op 27 mei bij versterf van Vechter Claesen in zijn plaats tot nieuwe
diacon verkoren Cornellis Peters
“als nu voorgem. persoenen soo ouderling als diaconen in haer bedieninge souden
bevesticht worden, heeft Hindrick Peters geweigert sulx antenemen,
voorbrengende dese reden: eensdiels om dat Mest. Wessel soude geseit
hebben, dat hij an Hindrick Smits huis niet gewest en waer om te vraegen
nae de etgroe[??] van seker stuckien lants, niet tegenstaende Mest. Wessel
bekende, in mijn en Hindric Peters tegenwoordicheit, daer geweest en
daernae gevraecht te hebben. Dan ock om dat Luirt Jacobs (sijnde een
persoen buiten de gemeinte) ontkende dat Hindrick Peters hem gelt geboden
hadde voor seker vijf graese lants wegens sijn swaeger. En also hij niet en
kuste bewogen worden om sijn beroepinge antenemen, soo hebben wij, siende dese
sijn halstarricheit met veele redenen Benedictus Peters versocht noch een
jaer te willen continueren, welke sulx angenomen hebbende, soo sijn de andere
persoenen Cornellis Lubberts als ouderling, en Cornellis Peters
als diacon, den 23 Junij in haere bedieninge coram facie Ecclesius bevesticht. “
17 mei 1668
tot diacon verkoren Mester Jan Switzer in plaats van Benedictus Peters,
den 21 juni bevestigd.
6 juni 1669
tot ouderling verkoren Luitien Jansen in plaats van Jan Leners
tot diacon Ipe Jurriens in plaats van Hajo Popkens.
bevestigd 9 juli, “en is den volgende sondach rekeninge van de arme middelen
gedaen de welke in alles groot sijn bevonden te wesen de somma van 3095 – 1 – 0,
ezempt het huis van Frerick Schruer
19 mei 1670
tot ouderlingh verkoren Crijn Simens in plaats van Cornellis Lubberts
tot Diacon Peter Jilkes in plaats van Cornellis Peters
beide 19 juni bevestigd.
Den volgende sondach is van de arme middelen rekeninge gedaen en sijn de selve
in alles groot bevonden 3182 guld.-12 stui.- 9 pl. exempt t’huis van Frerick
Schreur.
1 juni 1671
tot diacon verkoren Peter Crijns in plaats van Jan Switsers, 25
juni bevestigd.
16 mei 1672
verkoren tot Ouderlinck Tijmen Jacobs in plaats van Luitien Jansen
tot diacon Geert Hindricks in plaats van Ipe Jurriens
beide 9 juni bevestigd.
8 mei 1673
tot ouderlingh verkoren Benedictus Peters in plaats van Crijn Sijmens
tot Diacon Leendert Sappes in plaats van Peter Jilkes
beide 1 juni bevestigd.
28 mei 1674
tot diacon verkoren Mest. Frans Jansen Chirurgijn in plaats van Peter
Crijns, bevestigd 21 juni.
13 mei 1675
verkoren tot Ouderlinck Haijo Popkens in plaats van Tijmen Jacobs
tot diacon Leendert Sappes in plaats van Geert Hindricks
beide 20 juni bevestigd.
9 mei 1676
verkoren tot Ouderlinck Geert Jansen in plaats van Benedictus Peters
tot diacon Peter Willems in plaats van Leendert Jansens
beide 4 juni bevestigd
24 mei 1677
vercoren tot Diacon Peter Cornellis in plaats van Mr. Frans Jansen,
17 juni bevestigd.
hemelvaertsdach 1678
verkoren tot Ouderling Mest. Frans van Braebant in plaats van Hajo
Popkens tot diacon Jacob Tonnijs in plaats van Leendert Sappes
nae voorgaende proclamatie bevestigd.
29 mei 1679
verkoren tot Ouderling Jan Switsers in plaats van Geert Jansen
tot diacon Derck Lubberts, beide 22 juni bevestigd
22 mei 1680
tot diacon verkoren Gerrijt Sijbrants in plaats van Peter Cornellis,
bevestigd 27 juni.
12 mei 1681
verkoren tot ouderling Cornellis Peters in plaats van Frans van
Braebant tot Diacon Jan Harmens, beide 12 juni bevestigd.
25 mei 1682
verkoren tot ouderling Leendert Sappes in plaats van Jan Switsers
tot Diacon Jan Crijns in plaats van Derck Lubberts
beide 18 juni bevestigd.
15 mei 1683
verkoren tot Diacon Peter Harmens in plaats van Gerrijt Sijbrants,
bevestigd 1 juni
8 mei 1684
verkoren tot ouderling schoolmr. Leendert Jansen in plaats van
Cornellis Peters tot Diacon Oetse Popkens in plaats van Jan
Harmens
beide 15 juni bevestigd.
21 mei 1685
verkoren tot ouderling Cornellis Lubberts in plaats van de versturvene
Leendert Sappes tot Diacon Hindrick Tonnijs in plaats van Jan
Crijns
beide 21 juni bevestigd.
13 mei 1686
verkoren tot Diacon Jochum Doedes in plaats van Peter Harmens,
bevestigd 6 juni.
6 mei 1687
verkoren tot ouderling Peter Willems in plaats van Leendert Jansen
tot Diacon Jan Alberts in plaats van Oetse Popkens
beide 19 mei bevestigd.
24 mei 1688
verkoren tot ouderling Geert Hindricks in plaats van Cornellis
Lubberts
tot Diacon Jan Alberts [is dit een andere dan in 1687??] in plaats van
Hindrick Tonnijs beide 17 juni bevestigd.
9 mei 1689
verkoren tot diacon Cornellis Crijns in plaats van Jochum Doedes,
na gedaene proclamatien in sijn beroepinge bevesticht.
9 mei 1690
verkoren tot ouderling Mest. Frans van Braebant tot Diacon Claes
Louwerens welcke selvens nae behoorlijcke en gewonelijcke proclamatien in
haere beroepingen sijn bevesticht.
21 mei 1691
verkoren tot ouderling Peter Crijns in plaats van Geert Hindricks
tot Diacon Jan Geerts in plaats van Hindrick Tonnijs
beide na proclamaties bevestigd.
8 mei 1692
verkoren tot Diacon Peter Elses Sickame in plaats van Cornellis Crijns,
bevestigd 2 juni.
25 mei 1693
verkoren tot ouderling Derck Lubberts in plaats van Mr. Frans van
Bacbant tot diaken IJsebrant Crijns in plaats van Claes Louwerens
beide 24 juni bevestigd.
23 december 1694
overmits de plaats vacant was en geen nieuwe verkiesinge gedaan was, en Peter
Elses doordien nu in een ander Carspel woonde vesogte van sijn E. dienst
ontslagen te sijn, in sijn plaats verkoren tot Diakon Claas Carsjes ,
enden 3 Februarii in sijn bedieninge bevestigd.
2 mei 1695
verkoren tot ouderling Cornelis Peters in plaats van Peter Crijns
tot diaken Claas Geerts in plaats van Jan Geerts.
dog overmits Cornelis Peters tegen den tijd der bevestiginge is komen te
overlijden is de Gemeijnte wederom tot verkiesinge van een nieuwen Ouderling
Jan Harmens getreden op de 9 Junii
beide 7 juli bevestigd.
21 mei 1696
verkoren tot ouderling Jacob Tonnis in plaats van Derk Lubberts
tot diaken Engbert Berents in plaats van Isebrand Crijns.
beide 7 jun bevestigd.
30 augustus 1696
overmits Engbert Berents Diaken overleeden was, is in desselfs plaats
verkoren tot een nieuwe Diaken Timen Jacobs schipper, werd 20 september
bevestigd
13 mei 1697
verkoren als diaken Sipke Sibges in plaats van Claas Karstjes,
werd 30 mei bevestigd.
NB En is op dato Hemelvaartsdag voorschr. door de aanweesende uit de gemeinte
benevens de kerkenraad geresolveert om alle onbehoorlijke kuiperijen voor te
komen, dat, de oudste van de gewesen diakene die sijne bedieninge sonder
opsprake volbragt heeft in de ouderlingschap sal intreden.
2 juni 1698
verkoren tot ouderling Oetse Popkes in plaats van Jan Harmens
tot diakonen Peter Jans en Meester Claas Pot in plaats van
Claas Geerts en Sipke Sibges.
allen op 26 juni bevestigd
18 mei 1699
verkoren tot ouderling Henrik Tonnis in plaats van Jacob Tonnis,
bevestigd 11 juni.
de Diakonen hebben aangenomen in haaer E.D. dienst te continueren.
9 mei 1700
verkoren tot diakon Tonnis Tjeerts in plaats van Timen Jacobs,
bevestigd 16 juni
NB En overmits in den jare 1698 door ’t vertrek van Sipke Sibges twee
Diakenen verkoren zijn, en niet seker was wie de ouste van beijden was, is
geresolveert om de oude usance deser Gemeijnte geen inbreuk te doen lijden dat
jaarlijx een nieu Diakon sal verkoren worden en bij lotinge Mr. Claas Pot
te beurt gevallen van nog een jaar in sijn E. bedieninge te moeten langer
volharden, en Mr. Peter Jans de oudste sal sijn en op toekomende
Hemelvaard door een ander gesuccedeert worden.
[ HG
1-b kerkenraad 1711-1720]
17 mei 1711
verkozen als ouderling Mr. Claas Pot i.p.v. Jan Geerts
als diakenen Gate Geerts en Reijntjen Dercks
mei 1712
verkozen als diaken Cornellis Willems i.p.v. Menso Jacobs,
bevestigd 26 juni 1712
1713
gekozen tot ouderling Tonnis Tieerds
tot diaken Imme Jans
17 jun 1714
verkozen tot ouderling Hindrik Pieters , bakker, i.p.v. Klaas Clot,
schoolmeester
tot diaken Luitje Walings i.p.v. Reintje Derx
30 mei 1715
verkozen tot diaken Mr. Ewer Jacobs i.p.v. Kornellis Willems
21 mei 1716
verkozen tot ouderling Klaas Jans
tot diaken Jannes Jacobs
mei 1717
verkozen tot ouderling Hindrik Benedictus i.p.v. Hindrik Pieters
omdat Klaas Jans omtrent deze tijd (Hemelvaartsdag) overleed, werd
besloten dat Hindrik Pieters nog een jaar “zou volherden”
verkozen tot diaken Mr. Pieter Krijns i.p.v. Luitjen Walings
14 Jan 1719
bevestigd tot diaken Reintje Jans i.p.v. de overledene Jan Jacobs
15 mei 1719
verkozen tot ouderling Jan Hindriks i.p.v. Hindrik Pieters “die
vier jaar in die bedieninge gecontinueert had”.
tot diaken Claes Jans i.p.v. Ewe Jacobs
[Acta
Consistori 1616 - 1645, aantekeningen avondmaal en visitatie. ]
Handelinge van het Avontmael des heeren
Den 7 Januarij 1616
openlicken nae gedanne predige affgecundiget, dat wij over veer weecken van dato
voirgesz. dat Avontmael des heeren mit Godes hulpe gedenken te holden.
Den 14 Januarij overmiets ten tweden maele affgecundiget dat wij over dre
weecken dat Avontmael des heeren mit Godes hulpe holden werden.
Den 21 Januarij ten dardenmaele affgecundiget dat wij over 14 dagen mit Godes
hulpe dat Avontmael des heeren holden worden.
Den 28 Januarij ten verden maele affgecundiget dat wij over achte dagen mit den
hulpe Godes dat Avontmael des heeren holden worden.
Is danmaels oock van den anwesenden broeders der Gemeinte Censura morum na
predige geholden worden, ende is ( Godt sij loff ) nigtes sunderlinges
straffwerdiges van Iemanden ingebrocht
In dissen weecken sijn de meerendeels Ledematen der kercke oock gevisiteert, bij
deswelcken oock doors Godes genade geen sunderlinge swaricheit is voergevallen.
Den 4 Februarij het Avont-mael des heeren geholden van demwelcken sick niemant
hefft absentieerdt als die
E. Eerent. frouw Froma wegen olderdoem ende weecklickheit des lichams, en
Trine die huisfrouwe van Cornellis Jochums, welcke wegen
kranckheit dat bedde ingeholden
[ in het vervolg alleen aantekeningen vermeld die namen bevatten of de gewone
orde doorbreken ]
Den 26 Maij 1616
den Gemeinte angeleeret dat wij omme wils dat gebruick des h. Avontmaels noch
achte daegen mosten opschorten
Den 2 Junij angeleeret van over achte dagen den 9 ejusdem het Avontmael des
heeren te holden, ende tegelijcke de vrijdach bestemmet tot ein
praefrentien-predige
Den 7 Junij op vrijdach de praefrentien predige gedaen, geen Censura morum is
geholden vermits den geringen getal der broeders dese tijdt in de kercke
praesent
In visitatien is seer gedoleert over Derk Schoemaeker wegen argernisse de
he geven solde door al te grote gemeenschap ende familiariteit met een ander
frouws persoone, welcke qualick geduidet wordt, is he darvoor angesproocken ende
vermanet sick te ondersoeken hoe sijn harte in dese Sacke gestellet, ende
nadeine sick ten hoogsten excuseret, is he geboden sick van deselvige persoone
verne alle ergernisse te miden, te entholden , welcke he belovet te doen.
Claes Willems hefft sick excuseert dat he niet konde komen wegen des dat he op
ein seecker platze ein huiss dien dich solde helpen versetten, daerthoe oock
alreede vele andere nabuiren ende frunden genodiget ware. Is vermanet omme
sulcker oorsaecke willen sick niet te absentieeren.
9 juni 1616 niet erschenen:
frouw Peter Coenders wegen absentie in het Olde-ampt
Eltien Jansen Wever, welcke verleden Maije na Warffum met der woone
vertogen
Falck Wolters de oock sine oersaecke mach gehadt hebben
Claes Willems vanne bovengemelte oorsacke, welcken oock dietselve tot
siner tijdt sal hijrover te reden gesteltet worden.
27 okt. 1616 niet erschenen:
Die E. Frouwe Froma wegen swackheit
Jeije Peters welcke oock kranck waar, desgelijcks
Roeleffjen de huisfrouwe van Derck Schoemaecker
Derck Schoemaecker averst is te vooren vermanet sick voor dese rijse dat
h. Avontmaals te willen ontholden,wegen seeckere ergernisse van hem gegeven, het
welcke he oock gedaen.
Falck Wolters hefft oock wegen seeckere saecke nogh voor desen sick
geabsentieret.
9 maart 1617
Dirck Schoemaecker averst angesproecken sijnde ende ten besten noch van
andere ongeregeltheit sijnes levendes vermanet hefft sulckes niet ten besten
genomen ende is den daerumme willen noch geweert.
13 juni 1617 Is in onderlinge tusschen mij ende de Olderlingen der Gemeinte
voor Godt angesich in de saecke van Dirck Schoemaecker voor desen noch
stille te holden, ende namaels op bequame tijdt hem te vermanen
15 juni 1617 absent:
Dirck Schoemaecker ende sijn huisfrouwe Roeleffien
Dreuwes Johannis op de Leegemeeden, ende
Hermen Timens Snider uit wat oorsaecken is onbekent, doch sal daer nae
gevorschet worden
21 september 1617 absent:
Derck Schoemaecker mit sijn huisfrouwe Roeleffjen omme voerige
oorsaeke
25 Januari 1618 censura morum geholden ende voreerst
Lubbert Cornellis welcke mit sinenn broeder Jan Lubberts eenige
questie hadde eernstlicks tot versoeninge vermanet welcke
oock voorts daerop is gevolget ende in presentie van pastoor ende olderlingen
der Gemeinte de onderlinge vergeving tusschen haer beiden mit handtastinge
bevestiget. Sint oock beidersijdts vermanet dat se ein Jegelicks haere
huisvrouwen , welcke oock wegen deselvige saecke questieos waren tot versoeninge
vermanen wolden.
Item Ebel Luittiens welcke sick met drincken solde toe buten gaen hebben,
is oock hijrover te reden gestellet, ende erste he wel dien Casum daer he
insonderheit van beschuldiget woude ontkennen dog is he dennoch vermanet sick
dersulvigen geselschap, daerdoer he in sodanige suspicien quam te willen
ontholden
Entlicks is Derck Schoemaecker van mij ende twee olderlingen oock
angesproocken ende wederomme uth sijnen slaep ein mael opgewecket, oock wegen
andere ongeregeltheit sines levendes ernstlicks gestraffet. Welckes dan voer
dese als is affgeloopen dat doer lange onderredinge ende harde anstaen he
eenigermaten tot erkentenisse sines ergerlicke levendes gebracht is ende belovet
hefft henverners sick in alles bequeemlickes te holden ende te dragen also dat
niemant oorsaecke hebben solde sick an hem te ergeren, daervoer dan Godt sij
gedancket, welcker oock henverner sine genade hem daerthoe verlenen wolle op dat
he sine beteringe betoonende op toecompstige tijdt met blijdtschap wederomme op
ende angenomen moege worden.
1 feb. 1618 niet erscheenen:
Luittien Lubbers wegen kranckheit
Ebel Luittiens wegen dat he nootsaeckelick wegen questiose saecke nae
Groningen was verreiset
Dirck Schoemaecker met sijn huisfrouwe, wegen wel bekande oorsaeke
7 juni 1618 niet erscheenen:
E. Frouw Froma ende Schaffers wegen olderdoem ende swackheit
item de E. Juffer Harmen Schaffers wegen sieckten en Juffer Sophia
Schaffers so van huijs gereist was.
Noch oock Dirck Schoemaecker met sijn frouwe wegen wel bekende oorsaecke
ende
de Olde moeij Renske welcke toe Suijthorrum bij haer soene een tijdtlang
hefft gewoonet
9 okt. 1618
Ebel Cuiper in Censum weegen eenige ongeregeltheit eernstlik vermanet
1619
Den 29 Januarij solde de proefpredige gedaen worden also averst eenige
swaricheit ondertusschen is voorgevallen tusschen voirname persoonen, is op
versoeck des E. Redgers, ende andere meer de saecke noch veertijn dagen
differeret worden
Den 19 Februarij de proefpredige gedaen ende is vermelte
Ebel Cuiper in censura morum eernstlick vermanet sines ongeregeldes
levens halve
21 feb. 1619 absent:
de E.E. Abel Coenders redger wegen sware sieckte sines vaders int Oldampt
verreijst sijnde
de E. Juffer Sophia Schaffers oock haer geschertten halves toe Gronningen
sick verholdende
Claes Willems in frieslandt verreijset sijnde
11 juni 1619 in censum
Ebel Cuiper vermanet wegen sijn onordentlicke levent sick voer desen den
tafel des heeren te ontholden
13 juni 1619 absent
Derck Schoemaecker met sijn frouwe wegen opgemelte gedachte oorsaeke,
ende
Ebel Luittiens Cuiper oock daertoe vermanet
1 okt 1619 is oock in censum niet goet gevonden omme Ebel Cuiper, welke
am negeste was vermanet sick de tafel des heeren te ontholden, weder toe te
laten also welcke noch weinich teecken van beterschap hadde vertoont.
.
3 okt. 1619 absent
Ebel Cuiper
Dirck Schoemaecker met sijn huisfrouw wegen oogemelte gedachte oorsake
Frouw Froma ende Frouw Schaffers wegen leves swackheit
10 okt. 1619 eenige questie tusschen
Jurgen Schroeder ende mr. Hermannus, in de kercke entstanden van
wegen seecker gekijff dat tusschen haerer beijden frouwen des vorigen dages was
gewest, waarvan Jurgen voermelt Mr. Harmannus beschuldigen wolde
also wanneer he sick daerinne gemenget ende sijn huisfrouwe leelicken defameeret
ende versgroocken hadde. Welckes dannoch Mr.Hermannus ontkennende, ende
sick bereep dien aengaende op Ideke weefster welcke daer bij gewest was. Ende
also Ide weefster daerop also volde verstaen sijnde, op haer conscientie ende
hoogste waerheit bestont dat Mr. Hermannus Jurgens voorsz. huisfrouwe
niet het geringste te kort hadde gesecht, sijn se also voldaen, dorch mijn
tusschenspreecken in praesentie van Mr. Onno ende Lubbert Cornellis
[ doorgestreept: Jacob Peters Cuiper ] ende weder versoenet, ende hebben
´t selvige oock mit hantgevinge bevestiget
.
17 okt 1619 .
hefft Jurgen Schroeder sick boven gewoonheit uth de kerke absenteeret,
alwaar dan wel eenige reden sint voorgevallen also wanneer he noch omme voorige
questiose sake halve waer utgebleven, doch also nog niet seeckers daervan konde
wesen hefft mij voergenomen sick daerop beter te informeeren
Also disse volgende weecke eenige gerucchten sint gegaen van Jurgen Schroeder
also wanneer he noch ten vullen niet was gecontenteert met Mr. Harmannus
door dien dat sijn huisfrouwe persevereerde pertinentlick bij haer voerige
reden, dat se Mr. Hermannus beschuldiget hadde , dat se oock de
sloetelen van de armen kiste so haer man also Diacon in bewaringe hadde, an Mr.
Onne praesenteert hadde, mit verclaringe dat se niet gedoogen wolde dat
haer man sick eeniger maten mit de saecken de gemeinte angaende solde verner
benoeijen, so is daeruth ten vollen verstaen dat Jurgen niet noste ten vullen
gecontenteert wesen.
Daerop den 24 october nae gedaene namiddachs predige, also he noch niet weder
was te kercke gewest, doer Lubbert Cornellis Timmerman voersocht is dat
he bij pastoer ende olderlingen der Gemeinte verschinen wolde, omme met hem van
deselve saecke te spreecken, hefft he sulckes te doende geweigert, met
praesentatie der sloetelen an voergemelte Lubbert Cornellis.
Den volgenden Sondag den 31 octobris overmaels versocht, doch in gelijcken
geweijgert ende diez antwoort an Mr. Onno hadde pastor ende gemeinte mit
hem wat te sprecken so mochten se tot hem komen, he wolde tot haer niet komen,
so oock neet to woorde staen offte sijn frouwe solde van bij ende vor Ux ?
Den 7 November wederomme versocht sijne erscheninge bij de Gemeinte is absent
gewest, ende also de Diaconen tot de armen kiste noodich te doen hadden so
hebben se de sloetelen begeret welcke dan die frouw an Lubbert Cornellis
hefft overantwoordet
Den 14 Novembris hefft der E.E. Redger Albert Coenders uth versoeck van
de gemeinte den voergemelten Jurgen Schroeder verwittiget omme in sijn
huis vort bij hem te komen, welckes he dan gedaen hefft, alwaer dan also balde
oock bij gekomen sint pastoor ende olderlingen der gemeinte sampt mr. Onne
also dewelcke bij den anvanck der saecke, mede was gewest, ende sint hem daer de
puncten welcke de gemeinte op hem hadde te praetenderen ordentlicken
voorgeholden.
1. Is he eernstlick bestraffet wegen sine ongehoorsamheit dat he op so
velerhande vrindtliken versoeck van den pastoor ende olderlingen des Gemeinte an
hem gedaen, nemaels hadde willen bij haer erschinen.
2. dat het geruchte ging also wanneer he seer onfruntlicke mit sijn frouwe in
huis levede, de selvige slaende ende lochende, ende voornemelick, dat he also de
quaestie tusschen hem ende mr. Hermannus was entstanden, te huisz komende
deselvige deerlaten hadde tot verscheiden wijsen geslagen offte sulckes also
waare
3. dat sijn frouwe over al wijs prengeden , also wanneer prediger, olderlingen
ende diaconen, hem geraden solden hebben omme sijne frouwe also te slaen, offte
sulckes dan sick so verhielde.
4. dat sedert de questie tusschem hem ende Hermannus was entstanden he
sick hadde gantzlicken van de kerke entholden, oock geene gemeenschap mit de
andere diaconen in hare bedieninge wilde hebben welckes verscheiden maelen
daertoe versocht ende vermanet sijnde., wat de oorsacke hijrvan mochte wesen.
5. dat he so onformelick sick sijnes kerkendenstig hadde ontslagen ende doer
sijn huissfrouwe die sloetelen laten an Mr.Onne versenkeren, wat hem
daertoe mochte bewegen.
Dewile dan door deses alles geene geringe ergernisse was entstaen, so bij dem de
in der Gemeinte ware, so bij anderen de daer buten ware, also was billick dat
he daerover ordentlicken worde te reden gestellet
Hijrop hefft nu Jurgen wegemelt sijn tegen bericht gedaen, welckes in
summa bestondt in volgende puncten
1. dat eerste hefft he mit stille swigen laten passeren.
2. Dat tweede hefft he begeeret bewesen, ende als hem geantwoordet worde sulcker
niet so seer wisschen wetenschap also uth geruchten hem voorgestelde te bestaen
omme hem daer op te verstaen, hefft geantwoordet, dat he also vrintlick met sijn
frouwe levede alse iemandt mochte doen, doch waer te sijn dat he lestmael sijn
frouwe geslagen hadde overmits he verstoert was van wegen dat he hadde moeten
beschaemt staen in de kerke, doer dies IJde verklaert hadde sulckes
onwaerachtiches te wesen, daervan so hem berichtet, ende welcke he Mr.
Harmannus in de kercke hadde voorgeholden.
3. dat prediger olderlingen ende diaconen hem gereden solen hebben sijn frouwe
te slaen, sulckes onwaerachtich te wesen oock niet gesecht te hebben, konde ook
niet gelooven dat sijn frouw ’t selvige solde uthgesprenget hebben.
4. Sijn absenteren uth de kercke belangende, sulckes niet der wegens geschiet is
, sijn also wanneer he op de gemeinte wat hadde te praesenteren, sunder also
sijn huisfrouw pertinentlick bleef beharnenende bij hare voerige beschuldiginge
over Mr. Hermannus, so konde he anders niet geloven offte sulckes moste
waerachtich wesen, ende dieshalven mochte he niet te kerck komen , noch bij Mr.
Hermannus sitten. Alse hem geantwoordet worde sulckes seer informelicken
te wesen dat he wegen particulere questie mei ein persoen in der Gemeinte de
kercke midede, ende also de gantze Gemeinte verdachtich maeckede. Sunders hadde
he etwas tegens iemandt behoerde he sulckes formelick bij den Gemeinte in te
stellen op dat daernae haestelick mochte gemodereret worden. hefft he gesecht
datselvige daeromme niet gedaen te hebben dewile mih Mr. Hermannus
geloovede ende hem niet enige andere reden mede, doch entlicken na verscheiden
vermaningen overtuiget sijnde hefft he bekent niet welgedaen te hebben, ende
belovet sick te bekeren ende ordentlicken mit sijne saecke voort te varen.
5. Angaend de resignatie van de bedieninge der armen hadde he sine reden also
dat he van dene so almissen genooten niet genoech respecteert werde ende dat men
hem oock beschuldigde also wanneer alles wat bij de diaconij verhandelt worte,
sijne huisvrouwe solde seggen, de welcke dan weer dat bij de selvige arme solde
dragen. Doch wat anging de presentatie der sloetelen an Mr. Onne door
sijn frouwe gedaen, sulckes hem onbekend in sijn affwesent van sijn frouwe
geschiet te sijn. Wer van men hem dan gene schult opleggen konde.
Na lange vermaningen is entlicken gevolget beloffte van beterschap. Waarmede men
sick dan hefft voer dat mael genoegen laten en versoqende alles verder beter en
stichtelicker solde heer gaen.
Den 4 December seende dat Jurgen Wever noch bij sijn voerige wesent
persevereerde ende noch niet wederomme in de kercke was erscheenen, hebbe ick
hem vrintlick door Mr. Onne laten weten dat he doch wel doen wolde, ende
volgende Dages sondag sijnde in de kercke komen ende sijne sake mit Mr.
Hermannus
Hefft averst sulckes geweigert seggende dat sijn huijs open stundt de hem wat
wilde mochten tot hem komen.
5 dec. 1619
de E.E. Redger van onse wedervaren mit Jurgen Schroeder bericht gedaen,
mit versoeck, dat he nochmaels wel doen wilde ende mede uth sinen name hem in de
kerke ontbiden te komen. Is sulckes geschiet, ende sint mr. Onnes ende
Jacob Peters Cuper tot hem gegaen hem silckes andienende, doch he is bie
sine voerige antwoort gebleven, ende gesecht dat he niet komen wolden hadde de
Pastoor offte emant wat mit hem te reden mochten tot hem in sijn huisz komen.
Welkes nu sulckes seer informelicken ende onbelevet was dennoch omme hem in
allen manieren te bejegenen, hefft men sick vernederget ende is de Pastoor
vergeselschappet met Mr. Onno tot hem gegaen. Mar he wederomme de voerige
sake hefft verhalet, insonderheit, dat men hem voorgeholden hadde dat he sijn
frouwe soude onderwilen slaen, welckes he behouden een mael twe offte dree
geschiet te sijn , ende dergelicke, item de Gemeente beschuldigende, dat se hem
haer worten niet gunneden te wees, ende meer impertinenten dingen op welcke
alles men hem heftt also belaestdelick geantwoordet, dat he in sijn gemoete
overwonnen sijnde, entlick belover hefft sick weder te kercke te geven, doch
mochte noch hen tot Midwinter festen hen suimigen. Waerop is also hem weder mit
reden bejegent worden heftt entlick gesecht , dat he wolde seen wat he sich
bedachte. Doch dit allerwege bedingende dat he uit de bedieninge der armen niet
wolde hebben te schaffen. Waerop men weder gesecht dit men hem tegen sine willen
offte danck neegens meede solde beswaren, doch hem vermanende dat het tot Nie
Jaer wanneer men reckeninge doen solde daerbij wolde blijven ende alsdan
ordentlicker wijse sine oorsacken voorbrengen de hem moveerden , ende versoecken
entslagen te worden, so moeste men alsdan eenen andren in sinen platze erwelen,
bistt daerop stille geswegen.
Naderhant hefft Jurgen Schroeder sick weder ter kercke begeven, dog is
allerwege buten de ordentlicke banck der Ouderlingen ende Diaconen gebleven,
ende heftt mit den selven oock gene gemeenschap willen holden.
Also noch den 2 den Januarij de voerstanders der armen reeckeninge doen dolden
van haere almisten ende sulckes des voermiddages van den predig- stoel worde
affgekundiget daer he tegenwoordich in de kercke was, is he des namiddags
uthgeloopen hen nae Esinge, daeruit he daer nicht mochte bij wesen.
29 Jan. 1620
Dirck Schoemaecker opnieuw vermaand, “waerop he dochs verscheiden
impertinente reposten hefft verhalet, doch op het leste mij bedankende voer
goede vermaninge de saecke in sijn bedencking genomen ende beloovet mij
wederomme bij gelegentheit tot mi te komen ende verner met mij van de sake te
spreecken.”
6 feb. 1620
De saecke van Jurgen Schroeder wederomme wer gestellet, ende denselvige
in praesentie van den E.E. Redger wederomme doer Jacob Peters Cuper boode
geschicket omme bij ons in de kercke te komen, welckes he oock voorts gedaen
hefft, alwaer hem de voerige saecken sint wederomme voergestellet, ende de
groote ergernissen die daer uth was entstanden voorgeholden welcke men dan also
slast niet konde hen gaen laten, sunder men moste behoerlicken kercken schriptum
daer tegen gebruicken. Daerop he dan sine schult bekennet ende dat he qualicken
gedaen hadde, belovende sick alle goede order te onderwerpen ende deselvige nae
te komen. Waerop men de saecke in wijder bedencken genomen heftt, hoe men se
bequaemlicke mochte ten ende brengen., sint oock mr. Harmannus ende he
onderlinge haeren questie angaende versoenet.
15 feb. 1620
nae gedaene preige der gantzen Gemeinte de saecke van Jurgen Schroeder
voergedragen ende gedelibereret hoe men entlicken daerinne doen solde, daermit
se tot einig goeden ende mochte komen. Is entlicks nae lange communicatie goet
gevonden, dat alhoewel Jurgen voergesz. wel hadde mercket dat men
strengelicker mit hem procederede, doch daermede men mit strengicheit de saecke
niet quader meken ende meerder ergernisse veroorsakenden, solde voer desen
Jurgen Schroeder voer de gantze Gemeinte sine schult bekennen, dat he
qualicken gedaen ende doer onbesonneheit ende toornicheit groote argernisse
angerichtet hadde, welckes hem dan van herten leet was, biddende allen en jedens
, de sick daeran geargert ende gestoert hadden hem disse sine swackheit te
willen omme Christi willen vergeven ende te goede holden, belovende oock ins
gelijcks hem henverners in aller stellicheit ende oprechticheit henverners also
te holden ende te dragen, dat niemant vortane enige oorsake solde hebben over
hem te klagen. Ditselvige hefft voorgesz. Jurgen Schroeder also gedaen,
ende is dan hijrmede wederomme mit de Gemeinte versoenet worden.
De zaken van Derck Schoemaeker en Ebel Luitiens blijven
onafgedaan.
20 feb. 1620 absent
de beijde olde frouwen Froma ende Schaffers wegen leves swacheit
de E. Harmen Schaffers wegen twist sake
Dirck Schoemaecker mit sijn huisfrouwe wegen wel bekande oorsacke
Ebel Luittiens wegen wel bekande oorsacke
11 juni 1620 absent
Derck Schoemaecker ende sijn huisfrouwe
de twe olde frouwen Schaffers ende Froma wegen olderdom
Claes Willems welcker int Oltampt was vertrocken om te arbeiden
15 okt. 1620 absent
de twee olde frouwen Froma ende Schaffers wegen olderdom en leves
swackheit
mr. Hermannus Ketel welcker siner geschaffte halves in Hollandt ende na
Utrecht was verreiset
9 dec 1620
Also Uffke Jans Cuiper in Adewert den 5 decemb. 1620 versocht hadde omme
sine ehelicke proclamatien te meugen gescheden, ende hem sulckes dewile he
ongedoopet, was geweigert, so is he den 9 december gekomen versoeckende op
bekentenisse sines gelovens gedoopet te moegen worden, welckes men hem niet
heeft moegen weigeren, hefft daerop in praesentie van mr. Onne Arents
Schoolmester, ende Lubbert Cornellis Timmerman, alse olderlingh ende
diaconen onser kerkcke oock eniger anderen ledematen sine bekentenisse gedaen,
ende is hem duidelick dat onderscheit tussen der leere onser kercke ende der
mennisten voergeholden omme daerop sick grondelicken verclaret, hoe he dan sick
oock also verclaret hefft dat he in des fundamenten der leere mit ons eens was,
ende so noch wat mochte wesen welckes he niet genoech begripen konde, hefft
belovet sick erstichlicken in der Predige Godtlickes woordes te willen laten
vinden op dat he onderrichtet mochte werden, oock mit den eersten sine saken
also te stellen dat he mede an de tafel des heeren mochte communiceren, daerop
he dan den 10 decemb., nadien he opentlicke in der kercke voer der Gemeinte
bekennet hadde bij der voerbekante lere alse der eenigen leere der waerheit te
willen bliven, oock sijn levent daernae te schicken, is gedoepet worden
4 feb. 1621 absent
de twee olde frouwen Froma ende Schaffers, wegen sijnes swackheit
Falck Vechters op de Hooge ende Dreuwes Johannis op de Leege Meden
welcke onlanges te voeren in haere eigen Caspel kercke alwaer de Pastor ter
plaetse angevangen hadde dat Avontmael des heeren te holden hadden
gecommuniceert
Rijckel Peters de huisfrouwe van Luittien Folckerts Schnider wegen
swackheit des lichams halve welcke op ’t uterste swaer voorts was.
29 mei 1621
In praesentie van Mr. Onno Uffke Jansen kuiper erinnert sine
belofftenisse de he gedaen hadde also so am verledenes winter begeerende
gedoepet te worden, ende hem erenstlickes bestraffet wegens sine traecheit in
ded gehoer Godtlickes woordes, daerop he wel einige excuses, gelijck dan de
menschen disser welt sodanige weten te gebruicken, gedaen, averst welcke niet
hebben koenen bestaen. Is daerumme nochmaels mit eernst wel dromme vermanet [
rest onleesbaar door watervlek]
1 juni 1621
Mr Hermannus vermanet vanwegen des dat het geruchte ging also solde he
bijtwilen wat onfrundtlicken mit sijn huiszfrouwe hernen, ende onlanges se
blundt ende blauw geslagen hebben., hefft bekennet dat he met vileinige woorden
van haer geargert, ein fuffelet haer hadde gegeven ende se met de rijng so he an
de vinger hadde boven her ooge geraecket, welcke daer van was wat blauw
geworden, welckes hem dat van herten leet was, belovende in kumstige sick
kloecker voer toe sien, daer mit sulckes niet meer mochte geschieden.
Voorts noch enige andere swaricheiden doch van kleiner importantie bigelecht.
3 juni 1621 absent
de twee olde frouwen Froma ende Schaffers weges swackheit,
de van de buten Carspels,
Derck Schoemaecker met sijn huisfrouwe
21 okt. 1621 absent
de gewoonlicke
Luittien Lubbers, wat de oorsake mach weesen is onbekandt
10 feb. 1622 absent
de twee olde frouwen Froma ende Schaffers
Harmen Schaffers welcke in de stadt verreijset sijnde wegen onbequaemheit
des weders niet konde te huisz komen
9 juni 1622 absent
de twee frouwen Froma ende Schaffers
Ide Hannis van de Leege-meden hijr was gekoomen woonen hebbe mede sick daer
abjungert
29 sep. 1622 absent
de twee olde frouwen
mr. Hermannus Ketell chirurgijn welcke nae Hollandt met de woone is
verreijset
19 Jan 1623
voer de eerste mael angedeenet dat Avontmael des heeren over veer weecken te
holden.
Dewile voerst eenige oorsaecke onder des voorgevallen, ende oock den E. Redger
Coenders versochte omme seeckere reden dat idt de tijdt van veertijn
dagen mochte gediffereret worden, so is namaels, de eerste proclamatie hijrvan
gescheet den 2 Februarij.
2 maart 1623 absent
Dreewes Johannes, so vertrocken
22 juni 1623 absent
de twee olde swaecke frouwen
Luittien Lubberts
10 okt. 1623
doemaels eenige swaricheit so tusschen Luittien Cornellis ende
Luittien Folckers entstanden, ter noders gewest
12 okt. 1623 met ons gecommuniceert
de pastoor van Winsum Georgius Vesnerus met sijn huisfrouwe, ende
de schoolmr. ins. daersulvest mit oock
Reijna Jans bij Steen-til
Van onse Lidtmaten sint absent gewest:
de olde Frouw Froma wegen swackheid
juffer Sophia Schaffers so nae den dage verwijset,
de olde Frouwe Schaffers is desen vorleden somer verstorven
Luittien Lubberts hefft wegen swackheit dat bedde ingeholden
Claes Willems so ein tijdtlang van huisz gewest.
8 feb. 1624 absent
Claes Willems, so na Oostum mit der woone is gereijst
Jurgen Schroeder, welcke kranck te bedde gelegen
Luittien Lubbers
16 juni 1624 .
Dewile eenige extraordinare casus mij is voergevallen wegens de subijte doodt
mijnes kindes so den 16 Junij gantz ilich ende onvermoetlicken is verstorven, so
hebbe ick wegen verscheiden swaricheiden, de bedieninge des Avontmaels achte
dagen opgeschort, ende oversulcks den 20 junij der Gemeinte sulckes angedeent,
ende vermanet omme sick tegen den volgenden sondach den 27 Junij daertoe
Christelick te berijden, gelijck oock omme op de Vrijdach de 25 tot de
proefpredige te doen, angesecht.
27 juni 1624 absent
Frouw Froma
Luittien Lubberts, kranck sijnde
Lubbert Cornellis, de sijne geschafften hadde,
Luittien Folckerts met Rijckel sijn huisfrouwe, so met der woone
nae Oosfrieslandt verreiset. de huisfrouwe van Meerten Claasen is
verstorven
8/9 dec. 1624 van mij ende mr. Onno Arents visitatie der gemeente
gedaann, ende is bij desselvige sunderlinge swaricheijt niet voorgevallenn,
alleenelijken Lutijenn Lubberts een olde doch geringe quastie moverende
aldertijts tuschen hem ende Hindrick Jansen van Munster Schoelapper
ontstaen sijnde. Doch is ’t selvige door vermaninge vann pastoer ende Olderling
hingelecht. Hindrick voorges. tot Luitijen gegaen sijnde, ende met
hanttastinge malcanderen aller injurien vergiffenisse toeseggende. .
14 dec. 1624 absent
Haijke Harmens naer Oostfrieslant sijner geschafften halven verreijset
sijnde,
De Ed. Eerentrijke Frowe Harmen Schaffers, huisfrowe vann den Erentfesten
Manhaften luitenant Datho Albrechtes van Bonnema, om haerder sware
kranckheijtes
Anna weduwe van Zal. Hindricus Meinardi Raedt, gewesene pastoer up
den Ham ende Fransum
6 maart 1625 Ende also de Ed. Erentveste Jr. Coenders vann ons versochte
dilatie van het avontmaell des Heeren, ten eijnde sijn gelieffde huisvrouw mede
communicierende konde, ’t gene sij sulvest eerstlijckenn versochte, sijnde doer
onweder verhindert uit de stadt tot Audwert te komenn, so ist dat het holdenn
vann des Heren avontmaell, angesecht op denn 6 Martij, bet up denn 13 is
differieret.
8/9 maart 1625
visitatie met Mr. Onne. De huisfrowe vann Jurgen Schroeder
angedienet, dat sij voer dat maell van den disch des Heren sick ontholdenn
muste, overmits seer sware ergernisse, dienn sij weijnich dagenn te voerenn doer
Etlijcke lasteringe ende ferwenschingenn tegens denn persone van Mr. Onno
verneemlijck, verwecket hadde, ’t gene vann haer ende haer man doemaels is
aengenomen.
10 maart 1625 hefft Jurgenn Schroeder
aenklaget Hindrick Jansenn schoelapper, als, dat Hijndrick voern.
valschelijcken bij anderenn verhaelet hadde, dat hij Jurgen met de sijnen
dre ponden botters in een weke hadde opgestenn, om hem also verdacht te
maeckenn, dat hij sijne middelen seer gulselijckenn ende godtlooselijckenn
dourbrachte. Ende also Juirjen praetendeerde sulcken valschen calummie
ergelijckenn te strecken tot sijner schade ende onteringe, ende dat hij
deroverhenn Hindrick niet als een broeder rekennen konde, de tegens
broederlijcke lieffde te onrecht hem also hadde injurieret. So ist dat pastoer
ende Olderling de lieffde der broederen behartigende, ende de welstant der
gemeente deur een goede forme hebbenn Hindrick voern. hier over te redenn
gestellet. Dewelcke het selvige ontkennende, ende niet willende sodane injurie
bekennenn, niettemin is overtuicht gewordenn,van 2 vrowenn, verclarende
opentlijck, dat hij ’t selvige tegens haer gesegt hadde, welcker getuigenisse
van sodanige staet bevonden is, dat Hindrick ’t selvige behoerde
geapprobieret te hebben, ende bekennet te hebben, dat hem sodanige woorden
ontvallen warenn, versoekende derhalven van Jurjenn voers. remissie ende
onderlinge broederschap. te meer, om dat Hindrick selvest der vrowenn
getuichnisse gevordert hebbet, ende belovet van in te acquieseerenn. Ende doch
niet willende sick accomoderenn is het dispuit op volgende doch opgeschortet.
11 maart 1625
in de vergaderinge der broederenn de quastie tusschen Jurjen ende
Hindrick affgedaenn, ende sij sijnn t’samenn versoenet.
13 maart 1625 absent
de Ed. Erentrijcke Frowe Harmen Schaffers, kranck sijnde
Denn 12 [juli 1625] ende in volgende daenn is vann mij ende Mr Onno Arents
visitatie der gemeente gedaenn ende is ( Gode sij loff) geen swaricheijts
voergevallenn.
17 juli 1625 absent
frowe Harmen Schaffers om haerder kranckheijts halvige
Ave de huisvrowe van Jurjenn Schroeder wever
16/22 oktober 1625
visitatie gedaan met Mr Onno Arents als olderlinck
23 okt. 1625 absent
Renske weduwe van zal. Claes Meijnerts
Ave de huisvrowe van Jurjen Schroeder wever, beijde haerder
cranckheijts halvenn.
met ons gecommuniceert:
de pastoer van Wierum Do. Vechnerus, met sijn huisvrowe, de koster, unde
Reijner Jansen bij Steentill
5 februari 1626 4e afkondiging avondmaal
Dann is op ’t versoeck des E.E.Redgerts Erbares Coenders, doemaels
dilatie van ’t selvige denuncieert also sijne E. in publique saecken des
Vaderlants delimeert worde ende is also de
5e afcodiginge eerst den 12 Februarij
waerup in de volgende dagennvann mij ende Mr. Onno visitatie der gemeente
gedaen is., geen bijzonderheden
19 feb. 1626 absent
Luitijen Lubbers
Renske weduwe van Claes Meijners, beijde haerder kranckheijts
halvenn.
14 mei 1626
met ons doemaels gecommuniceert de pastoer vann Wierum Dn. Vechnerus, met
sijn huisvrowe, de koster, ende Reijner Jansen van Steentill
absent:
de olde moeij Renske
Wijpke de huisvrow van Jacob Cuiper
15 aug. 1626 absent:
Harmenn Timens, te bedde van wegenn seer groote kranckheit liggende
olde moeij Renske mede kranck wesende
wideromme publicatie gedaenn vann des Heren Hillge Avontmaell te holdenn
1e maell denn 15 Octobris [1626], 2e maell denn 22
Octobris, de derde maell sullende gedaenn sijn op denn 29e Octobris,
is niet gedaen om mijn absentie van huis, om noodige occupatienn, de lestemaell
denn 5 Novembris.
12 nov. 1626 absent:
Anna N. weduwe van zal. Hindricus Meinardi predicant ab den Ham
4 maart 1627 4e afkondiging avondmaal
Volgende weecke occupieret in de visitatie, ende interim versocht doer een
missive van den E.E.Joncker Conders, om mede de veelvoudige ende seer
nodige occupatien van de E.E.Jufferen Schaffers onder de lantdach, noch 8
dagen ons voernomend te dilaijerenn, is de condige daar van gedaen den 11 Martij
[1627]
18 maart 1627 mede gecommuniceert de pastoer toe Wierum met sijn huisvrowe, met
haer koster ende Reijner Jansen bij Steen-till
juni 1627 visitatie ... dan is Grete weduwe van wilen Hindrick Jansen
Schoelapper gecensureert, also sij seeckere scandaleuse actie begaen hadde ,
hebbe getrout ende voorts bekennet, seeckerenn vremdenn ende boeffachtigen
lantloper, sonder advijs van dien onder wiens cure sij stonde, ende niet
tegen-staande, dat haer rechtswegen verboden was verdere concubinaat, waermede
sij rebellie tegen wereltlijcken overicheijt, begaen, en een exempell van
onbehoerlijcke wellusticheijt gegeven hefft. Ende daerenboven is sij mede van
wegen haer lelijcke slapericheijt onder het gehoer van Godes H. woort, berispet.
7 oktober 1627
… op ‘t versoeck van Conders, een weecke gedilaijeeret
21 oktober 1627 absent
Welgeb. Vrow, met haer maecht Harmentijen
25 Jan 1627
Des Vrijdaeges de proeffpredige gedaen, ende is doemaells de weder anneminge van
Griete, weduwe vann zall. Hindrick Schoelapper, consistorialiter
gesciedet, sie niet alliene schult met tranenn bekennende, maar oock belovende,
met meerder godtsalicheijt te conportieren.
27 Jan. 1628 absent:
Willemtijen huisvrouwe van Claes Griff, van wegen eenige
swackheijt.
13 april 1628
de 4e maell notificatie gedaenn van des Heren H. Avontmaell te
holden.
Doch om verscheijdene verhinderingen mij voergevallen noch 14 dagen differeret.
Middelertijt visitatie gedaenn ende geen swaricheit bevonden
4 mei 1628 absent
de E.E.Vrow Conders
Elsijen huisvrow van Claes Pieters
31 augustus 1628
Ende also up den bestemden sondach naest-volgende, niet konden tegenwoordich
wesen, de E.E. Redger Albert Coenders, ende dat ten regart van sijn
nodige tegenwoordicheit up. een andere plaatze, ende nochtans met sijne
huisvrowe, seer begeerde mede te communicieren, so is de celebratie gedilaijiert
op volgende sondage den 14. septembris.
14 sep. 1628
met ons gecommuniceert die pastoer van Wierum met sijn huisvrowe, ende met sijn
koster
absent:
Steven Smit, die men verstonde om sijn privé besoignien uitgereest te
hebben.
eind december 1628
de gewoenlijcke visitatie gedaen, niet sonderlinges in swaricheiden gepassieret,
dan dat eenige doleantie van Pieter Isebrants gemoveert worde, over
Jan Coijter, dewelcke nochtans in aller stillicheit deur mij ende Mr.
Onno geaccomodieret is, tot beider goede gerustheit, Jan Coijter
scult bekennende , remissie begerende, ende Pieter ’t selvige
oprechtelijck toeseggende met sijn huisvrowe.
4 Jan. 1629 absent:
die E.E.Vrowe Coenders met haer dienstmaecht Harmentijen, om haere
privé oorsaecken in die stadt sijnde,
Jacob Pieters Cuiper, om sijne sware kranckheit
19 april 1629
is des Heren hillge avontmaell geholden, waertoe sick die t’samentlijcke
ledematen der gemeente hebben vinden laeten, enige weinige uitgenomen – die haer
oorsacken gehadt te hebben - verclaerden
begin september 1629 is de gewoenlijcke visitatie der gemeente bij mij ende Mr.
Onno gedaen, ende ansprekende Claes Pieters met sijn Huisvrowe,
verstonden , een grote perturbatie in haer gemoederen te wesen, die voer
datmaell geensins konde worden geremedieert worden, niet tegenstaende onse
devoir, dat bij ons werde angewendet tot haerder onderwisinge. Bij de andere
leden werde gene swaricheit bevonden
6 sep. 1629 absent:
Claes ende Elsijen bovengen.
Gese Hebbens, om dat sij in de kraem bevallen was
13 december 1629 4e afkondiging H. Avondmaal
noch acht dagen gedilajeert om dat wij verwachtende waeren de comste van den
E.E. redger Conders uit den Hage, ende, also den 5e maell den
20 decemb.
Wederomme bevonden groote perturbatie in die gemoederen van Claes Pieters
ende sijn huisvrowe van wegen seckere quastien met Jacob Jacobs ende die
wedman voor ’t politijcque gerichte dienende, die suster contendierende met
niemant niet uit te staen te hebben
26 dec. 1629 absent:
de.E.E. redger om publijcque besoignien in den Hage ende
sijn huisvrowe om haer cranckheit
Claes Pieters ende sijn huisvrowe om die voernoemde reden
Jacob Jacobs ende
Anne Jansen
13 juni 1630
met ons gecommuniceert die pastoor van Wierum met sijn huisvrouwe ende die
huisvrouwe des Schoolmesters
absent:
die E.E. Joncker ende Redger met sijn huisvrouwe, sijnde sijn huisvrouwe
doetlijck kranck, die oock des volgenden dages
's morgens tot 5 uiren gestorven is
Jacob Jacobs, om sijn reden
19 september 1630 geen absenten
2 Jan. 1631
met ons gecommuniceert die pastoor vann Wierum met sijn huisvrouwe, ende die
scoolmr. met sijn huisvrouwe
absent:
de E.E. redger Conders om publijcque commissien na Zielant verreijst
sijnde,
Jan Brunts
Griete Datema
3 april 1631 hebben wij des Heren H. avontmaell geholdenn, met een solemnele
[voltallige] vergaderinge der ledematenn.
17 juli 1631 absent:
die huisvrouwe van Roeleff Jacobs, Ave genaemt
6 nov. 1631 absent:
Jacob Jansen met sijnn huisvrouwe
Pieter Isebrants
begin februari 1631
swaricheijt bij Jann Brunts
3 juni 1632 communicierende mede de pastoer van Wierum cum suis
2 sep. 1632 absent:
die E. Vrouwe Conders om haer swackheijt
eind nov. 1632 visitatie van mij ende Jacob Jans olderlinck
2 dec. 1632 absent:
Gese Hebbens, die in die crame van een jonge soen gevallen was
3 maart 1633 des H. hillige avontmaell geholden met die pastoor van Wierum
3 juni 1633 des Heeren H. avontmaell gehouden met behoitlijcke solemniteijt.
8 sep. 1633 communicieren mede de pastor van Wierum mit den sijnen
16 maart 1634 des Heeren H. Avontmaell geholden mit de ´t samenlijcke
ledematen.
5 juni 1636 visitatie…Maer also ick verstonde, ´s saterdaeges ´s avonts, dat
Jan Hindrix seer droncken van de stadt was coomende, ende daerna, des
morgens vroege, voor des Heeren nachtmaell de confirmatie van ´t wat verstonde,
is geordonneeret, dat hij sick van des Heeren tafell sulde onthoudenn.
5 juni 1636 absent:
Eilco Barels om eenig kranckheit, daerin hij geraect was,
Jan Hindrix om redenen voorseijt
Vrouw Gratia Conders sijnde gelegen in 't kinderbedde
Aucke de huisvrouwe van Jan Mennens, impotent sijnde
12 maart 1637 absent:
Jan Coijter ter cause van sijn sware crancheijt
4 juni 1637 absent:
Jan Backer door cranckh.
3 sep. 1637 absent:
d'huijsvrouwe van mr. Onno,
van Jan Berents,
van Jan Hindrics scoelapper, en
Geertien Harmens wed.,
om crancheijt, ende dergelijcke oorsakenn
17 dec. 1637 absent om haer siecte:
Jan Coijter
Froucke ende Willemtien huisvrouwen van Eilco Barels ende
Claes Griff
18 maart 1638 absent:
Etje die huijsvr. van Steven Smidt
Geertjen d'huijsvrouwe van Cornelijs Cuiper, om krancheijt
10 juni 1638 absent:
Timen Hermans
Sappe Lienerts
eind september 1638 visitatie gedaen. Jacob Jansen eenichsins claechde
geen gerust gemoet conde gaen ten avontmaell des Heeren, om sijn plaijdoij
geinstitueert tegen sijn swager Tonnijs Mertens; ende sijn huijsvrouwe
claegde daerenbooven eenigssins bevreest? te sijnn van de E.E.Redger Conders,
als die haer sulde gedreijcht hebben uijt Adewert te willen jagen-
30 sep. 1638 absent door kranckheijt:
de E.E.Jr. Conders met sijn huijsvrouwe
d'huijsvrouwe van Derck Cremer
d'huijsvrouwe van Crijne Cuijper met haer moeder
[NB ligt in de kraam, dochter Geeske wordt dezelfde dag geboren en
gedoopt]
Jacob Jansen met sijn huijsvrouwe
9 dec. 1638 absent:
Jan Cnarze ende
Jantjen de huisvrouwe van Dirck Cremer, door cranckheit
Thomas Jansen en Diewer sijn huijsvrouw van d'Hooge-mieden, door
een sonderlinge redundantie van wateren
10 maart 1639 absent om haer crancheijdt:
E.E.Vrouwe Conders
mijn huijsvrouwe
d'huijsvrouwe van Eilco Barelts
Dietjen Clasen
de wed. van Pieter Isebrants, Elske genaemt
Jantjen Clasen huisvr. van Dirck Gerrijts om wichtige redenen ons
bekent
Jan Cnarze noch cranck zijnde
9 juni 1639 absent:
Froucke d'huijsvrouwe van Eijlcke Bareltes om lichamelijcke
swackheijt
Alijt ende Trijne huisvrouwen van Pieter Backer ende
Sappe Lienerts, om herfe onmijddelijcke geschafften soo sij praetenderden
1 dec. 1639 absent:
d'huijsvrouwe van Jan Berents, in de crame liggende
Tijmen Hermans om sijn geschaffte, daeromme hij sal worden vermaent ende
bestraffet
15 maart 1640 absent:
d' E.E.Joncker Conders door swackheijt
Willemtjen d'huijsvrouwe van Claes Griff zijnde in de crame
bevallen
Jantjen d'eene dienstmaget van Jr. Conders zijnde in Groningen
gebleven
7 juni 1640 absent
de crancken
6 sep. 1640 absent wegen cranckh. :
Albert Frerix
Marretjen, d'huijsvrouwe van Willem Schoemaker
Jan Berents
7 maart 1641 dewijle d´E.E. Jr. Albert Conders doer publijcque commissie
nae den Hage moeste verrijsen, is de 5e notificatie gedaen, ende de 6e
den 14 Martij., den 21 Martij hebben wij des Heeren H. avontmaell met
malcanderen gehouden.
6 juni 1641 absent
Cunne Hindrix , in de craem sijnde bevallen
12 sep. 1641 absent:
mr. Steven Smidt, om eenige becommernisse des gemoedts, die hij voordien
tijdt niet mochte openbaren
Alijt Pieters huijsvr. van Pieter Backer om haere cranckheijt
5 dec. 1641 absent:
Alijt Pieters d'huijsvrouwe van Pieter Backer om haere cranckheijt
Tijmen Hermansz Snijder verhindert zijnde op sijn wijse, door
d´overgroote ronde, soo hij naderhandt verclaerde.
13 maart 1642 absent twee lidtmaten om haere cranckheijt.,
5 dec. 1641 absent:
Alijt Pieters d'huijsvrouwe van Pieter Backer om haere cranckheijt
Tijmen Hermansz Snijder verhindert zijnde op sijn wijse, door
d´overgroote ronde, soo hij naderhandt verclaerde.
13 maart 1642 absent twee lidtmaten om haere cranckheijt.
Het avondmaal was een week uitgesteld “alsoo om een onvermoede gelegenht. van
het weer, d´E.E.Redger Conders met de gene die van sijn familie mede
geloovige leden waren, uijt de stadt apparentlelijck niet soude konnen
overcoomen.”
12 juni 1642 des H. hillige Avontmaell solemneelijck gecelebriert [was op
verzoek van de redger met 1 week uitgesteld]
4 september 1642 Angaende de gedane swaricheijden in de visitatie voor dit
jongste avontmaell, is te notieren, dat Gerrijt Jansen wedman in de
tegenwoordich. van de kerken-raedt, met monde ende handttastinge verclaerde, dat
he Sappe Lienerts diacon ten eene maele vrij hielde ende erkende van de
uitgebreijde geruchten van verklickinge, ende dat hij niet dan alles goets van
hem wissete seggen, warop sij beijden seer Christelijck zijn versoent ende
vereeniget.
30 oktober 1642
Het heijlige nachtmaell gehouden, ende is doemaells van mij Johannes
Hillebrandi mijn oorloffs predicatie van onse seer werde lieve gemeijnte soo
voor als na de middach gedaen.
19 maart 1643 absent:
Eilco Barels om enige questie, die hij met een seker persoon hadde
uitstaen.
18 juni 1643 absent
Anne Siwerts huisvrou van Pieter Dercks
Kunne Berens also sij in de craem gecomen was
17 sep 1643 het H. Avontmael geholden.
In de visitatie geen bijzonderheden,” dan dat Thomas Kremer ende
Geertien sijn huisfrouwe een seker pleijt hadden, daerom sij dan ooc vor
ditmael het avontmael des heren nit met ons geholden hebben, ende Gerrijt
Hoeck niet sijnde versoent met Meerten Jansen hefft sick ooc
absenteret.
29 november 1643 het H. Avontmael geholden
Jan Berens heft sic geabsenteret om sekere twist dewelcke hij hadde mit
sin sohn van wegen een banck in der kercke, geciteret, sic daerom niet begeven
solde under aenst. avontmael ende ooc dan derwijders Gerrijt Hoeck heft
sic absenteret van het aenst. avontmael om een sonderlinge oorsaecke.
Maer bij die leste holdinge des avontmaels dient dienoch angemerckte also dat
voor desen enige twist en onenicheijt ontstan is tusschen Gerrijt Jansen
ende Sappe Liennerts van wege enige listellijckenn injuriose woorden,
daermede die voergenoemde Sappe den wedman geiniurisert heft ten huise
van Gerrijt Hoecks, so is dat op het versoeck van de wedman Sappe
Liennerts is ter reden gestelt, of hij die woorden die tot den wedman
gesproken met reede sijn goede naem en fame wolde staende holden, daerop
Sappe voer ons die kerckenraet.verschenen sijnde behart heft niet van
Gerrijt Jansen ten witen dan alle ere ende goet, gelijck hij ooc sulx mit
hanttastinge bevestiget heft, ende sijn die beijde personen also weder mit
malkanderen versoent.
11 april 1644 absent:
mijn huisfrou Fennetien Aickema sijnde vertrocken nae haer vaeder, die
seer cranck was
moeij Wijpke sijnde seer kranck
25 juli 1644 absent
Gerrijt Hoeck heft sic om enige sake die hij met imant hadde uitgestaen
absentieret
sijn huisfrouwe sijnde in die kraem heft sic ooc absentieret
Geert Luitiens en sijn huisvrou sijn ooc om sonderlinge oorsaken van het
avontmael of gebleven.
Dietjen Claesen vanwegen een swaere val, die sij gedaen heft, hebbende
hare schulder gebroken
14 november 1644 avontmael gehouden, absenten:
Geert Luitiens huisvrou en moeij Trine om sonderlinge oorsacken
Gerrijt Jans wedman, om enige rechtsaecken, diewelcke tusschen hem ende
een ander persoon voorgevallen is, diewelcke so haest niet afvonden heft gelecht
zijn huisfrou, om dat sij in die kraem gecomen was.
25 dec 1645 absenteret:
Anne Gerrijts, omdat sij in die kraem gekomen was
Jantien Hoecks om een nootwendige saecke toe verrichten diewelcke niet
konde gediffereret worden.
Geert Jacobs van wegen ene plichtsake diewelcke do haest niet konde
worden ofgedaen worden.
1659-1700
Acta HG 1-b [alleen visitatierapporten of uittreksels daarvan, ledematen in
lijst]
[ visitaties vóór het avondmaal op genoemde datum]
8 Januari 1660
met Luitien Jansen olderlinc visitatie der gemeinte gedaen ende is door
Godts genaede geen sonderlinge swaericheit bevonden als ellenelijck dat
Thomas Kremer, die sich van wegen ench ongelijc, soo hij meint hem angedaen
te sijn sich al eenige jaeren geabsentieert heeft nu ock absent gebleven is,
voorgewende dat hij het ongelijc hem angedaen soo haest en licht niet konde
vergeten.
8 april 1660
met Mester Jan Marinis olderling de gemeinte gevisiteertend swaericheden
afgedaen,
Thomas Kremer wil nog niet ten Avondmaal gaan.
zondag 4 Trinitatus 1660
visitatie met ouderling “Mester Onno”. Peter botterkoper met zijn
vrouw hebben een zekere geringe kwestie, absentieren evenals nog steeds
Thomas.
zondag 17 Trinitatus 1660
visitatie met Mester Jan Francis Marinis ouderling. Trijnie,
huisvrouw van Jan Hindricks Backer is vertoornd op Gretien, de
dochter van Mester Jan Francois Marinus, omdat de knecht van Jan
Francois haar had gezegd dat Gretien haar had gescholden voor een
Labbeie en behelster. Trijnie neemt geen genoegen met de ontkenning
daarvan door Jan Marinis, en absentieert zich. De ruzie tussen Peter
botterkoper en zijn vrouw ging om enig geld dat hij de diakenen had beloofd te
geven voor enige arme kinderen welker oom hij was, maar dat zonder zijn vrouw
daarin te kennen. Zij is langdurig boos geweest, en nog, derhalve blijven ook
zij weg van het Avondmaal. Ook Tomas Kremer is nog niet verzoend.
4e Advent 1660
visitatie met Mest. Jan Francois Marinis ouderling. Peter
botterkoper en zijn vrouw komen weer naar ’t Avondmaal, Jan Hindrix
Schoemaker die in “groote debolie ende in dronckenschap leefde” was tijdens de
visitatie dronken, en werd vermaand om zich ditmaal te absentieren van het
Avondmaal, en een beter leven te gaan leiden.
14 april 1661
visitatie met Mest. Onne Geerts ouderling. Jan Hindrix
schoenmaeker weer dronken gevonden, werd nog vermaand en afgehouden.
7 juli 1661
visitatie met Mest. Onno. Jan Hindrix schoenmaeker weer dronken
gevonden, werd nog vermaand en afgehouden.
20 oktober 1661
visitatie met Mest. Onno Geerts. Jan Hindrix schoenmaeker werd
thuis en nuchter gevonden, “sittende te arbeiden in den winckel maer wilde niet
bij ons komen in sijn keuken, en als ick sijn dochterken gesonden hadde tot hem
om te seggen dat wij hem wel reis spreken wilden, gaf hij ten antwoort, dat hij
bij ons niet te dach hadde. [overdag heb ik geen tijd] Hierna hebbe ick hem
daernae in mijn huis dit alles voorgehouden, …”. Na vermaning bekende hij dat
hij het Avondmaal wel zeer gemist had, en beloofde zijn leven te beteren.
26 Januari , 11 mei en 10 augustus 1662
visitatie gedaan. Geen bijzonderheden.
9 november 1662
“Frans Cremer en Jan Hindrix Schoenmaeker (waer van te vooren ock
gewach gemaekt is [ NB toen heette de eerste Tomas Cremer] ) ,
alsoo sij noch in haere grote dronckenschap continueerden sijn wederom
scherpelic vermaent haer levent te beteren, waer van sij ock beide beloften
gedaen hebben”.
10 mei 1663
visitatie gedaan met Cornellis Jochums ouderling. Frans Harkens ’Anne
en Benens’ Geertie, beide “op het hof” hadden elkaar gescholden, en
waren nog niet verzoend, werden daarom voor ditmaal afgehouden.
9 augustus 1663.
Beide bovengenoemde vrouwen werden bij de dominee in huis ontboden, en na
vermaning verzoend.
15 november 1663
Bovengenoemde Anne en Geertie klagen weer over elkanders schelden
en willen zich niet verzoenen, worden afgehouden.
21 februari 1664
visitatie gedaan en “de swaericheden afgemaekt”.
15 mei 1664
Jan Abbes wil niet naar het Avondmaal gaan “omdat hij (gelijck hij
voorgaf) seer verongelijckt waer van sijn nabuir, door dien hij met het timmeren
van sijn huis, sijn gevel al te nae an sijn huis soude geset hebben, twelke
nochtans volges getuichnisse van de timmerlieden en andere, soo niet en is
geschiet”.
1 augustus 1664
Jan Abbes is nog steeds ongenegen “om dese sijn Haet uit sijn herte wech
te setten”.
18 november 1664
Jan Abbes blijft bij zijn haat, en op vermaningen reageert hij met “vuile
en lelijcke redeen tegens mij en de Mest. Sappe Leners ouderling.
19 februari 1665
Jan Abbes “continueert in sijn bosen en bitterlijcken haet”. Na
vermaning “is hij wederom in vuile en lelijcke woorden uitgeborsten” en
weggelopen “seggende dat brujen om de oren niet langer mochte hebben”.
21 mei 1665
Jan Abbes niet aangesproken.
20 augustus 1665
visitatie gedaan. Jan Abbes weer niet aangesproken.
26 november 1665 [NB er staat october, maar dat klopt niet met afkondigingen en
de normale tussentijd van 3 maanden]
Jan Abbes wel wederom aangesproken, maar tevergeefs.
28 februari 1666
visitatie gedaan. Jan Abbes niet aangesproken.
20 mei 1666
visitatie gedaan, geen bijzonderheden.
18 augustus 1666
Hille Onnes klaagt dat haar zuster Rooske, huisvrouw van Mest.
Wessel haar erg uitgescholden heeft, waardoor zij zo ontsteld is dat ze niet
naar ’t Avondmaal wil gaan. Roosje zegt van niets te weten.
16 december 1666
visitatie gedaan, geen bijzonderheden.
9 maart 1667
visitatie gedaan, geen bijzonderheden
8 juni 1667
Rooske Onnes huisvrouw van Mest. Wessel schoolmeester afgehouden
wegens ruzie met Frerick Bonnes. “Als Frerick Bonnes eenige paelen
wilde setten aan de sijt van sijn huis op sekere hofjen ’t welke altijt, soo
langh ement dencken mach), aen sijn huis hadde behoort, soo wilde Rooske
sulx niet lijden, maer heeft hem gesecht dat hij daer afblijven soude, maer hij
sulx niet achtende en meinende goet recht te hebben is voortgevaeren met de
paelen te setten. Hierover Rooske uit komende met een toornich gemoet
ende een bijl in de handt wilde de paelen weder wechhouwen. Frerick haer
wechstootende ende willende ’t selve beletten heeft sij met de bijl nae hem
geslaegen, hij ontwijckende en wechvluchtende is sij hem gevolght tot aen het
huis van Cornellis Lubbers, waer in Frerick vluchtende de deure
achter sich toe smeet, Rooske krijtende en roepende du duivelsche
bisschop (soo weerde Frerick gemeinelick genaemt) heeft de deure
opengesmeten, en is hem de gehiel scheure langs naegevolght, alwaer hij haer
ontkomende heeft sij een schrickelijck gekrijt en geroep van sich gegeven en als
onsinnich weder te huis komende, heeft sij de vensters geopent een mes in de
handt nemende heeft sij Frerick gedreicht, seggende, de duivel sal dij
bisschop noch haelen etc. “
7 september 1667
Rooske, boven vermeld, wilde niet erkennen iets verkeerds te hebben
gedaan “niet tegenstaende sij van den richter hier over waer geciteert”, en
heeft zich nog moeten afhouden.
7 december 1667
Rooske blijft zonder berouw en “mij en Cornellis Lubberts als
ouderling met vele vuile en spijtige reden quam te bejegenen” heeft zich nog
moeten afhouden.
1 maart 1668
visitatie gedaan. Met Rooske blijft het hetzelfde.
7 juni 1668
Omdat Rooske pastor en ouderling niet op een behoorlijke manier wilde
ontvangen, zijn ze haar voorbij gegaan. Daarover was Mr.Wessel [haar man]
zo verstoord, dat ook hij geabsentieerd heeft.
6 september 1668
Rooske door Wessel laten vragen of zij pastor en ouderling
behoorlijk wilde ontvangen, maar hij rapporteert “dat sij bleef bij ’t selve”.
6 december 1668
“Rooske voornoemt aengaende, hebbe ick Mest. Wessel bekent
gemaekt, dat hij Rooske sijn vrouw soude vraegen of sij ons wel wilde
bejegenen end ontfangen, dat wij alsdan oock souden komen visiteren, waerop hij
naederhandt heeft gerapporteert dat sij noch al bij ’t selve bleef, bedroeft
sijnde dat sij nergens door bewogen kunde worden”
7 maart 1669
“met Rooske bovengemelt blijft in de selve staet.”
6 juni 1669
“met Rooske voorn. blijft noch alleens.”
5 september 1669
“met Rooske voornoemt blijft het noch in gelijcken staet”
5 december 1669
“met Rooske voornoemt blijft het noch in gelijcken staet”
6 maart 1670
“Aengaende Rooske Onnes voornoemt. Haere saeke heeft in de volle
classicaele vergaederinge gedient, end heeft het classis daervan geoordielt dat
de Pastoor welgedaen hadde haer van des Heren taefel afhoudende. Oock soo heeft
het Eerw. Classis geoordielt dat sij daer toe niet en soude werden wederom
geadmitteert, tensij sij eerst bekentenisse haerer sonden end lelijcke
vergrijpinge hadde gedaen. Doch alhoewel wij Rooske in tegenwoordicheit
van Ouderlingen en Diaconen sulx voorstelden, des Eerw. Classis acte vertoonden,
end door alle goede reden uit Godes woort genomen, daer toe sochten te
induceren, wilde nochtans int minste niet bekennen sich daer in te verlopen of
te buiten gegaen te hebben, veel minder eenich berouw over haer sonde te
betoonen. “
5 juni 1670
“Met Rooske voornoemt blijf op oude voet”
11 september 1670
“Rooske Onnes soo dicwijls voornoemt, heeft eintelijck in praesentie van
mij Pastor tot Aduwert, end den Erw. Dom. Joannes Beckeringh Pastor tot
Suithorm, en Wessel Eilers haer man, bekent sich in de saeke voornoemt
verlopen end gesondicht te hebben en is derhalven alsoo wederom tot des Heeren
taefel geadmittert. “
4 december 1670
geen bijzonderheden.
5 maart, 4 juni, 3 september en 3 december 1671
geen bijzonderheden
3 maart, 2 juni 1672
geen bijzonderheden
29 september 1672 [3 weken later dan normaal]
“De oorsaeke van dese versettinge is geweest de belegeringe van Groeningen, waer
door een iegelijck genootseackt is gewest van sijn huis en goet te vluchten en
sich tot een veilige plaetse te begeven”.
22 december 1672
geen bijzonderheden.
23 maart 1673
“weinich swaericheits gevonden, als alleen dat Mest. Wessel schoelmest.
en Peter Jilkes backer, diacon, malkander hadden geslaegen in de
herberge, sijnde beide seer dromcken, soo dat oock Mest. Wessel het mess
heeft uitgetrocken, waer bij naederhant Rooske de huisvrouwe van Mest.
Wessel is ingekomen die Peter Jilkes in het glas soude gestot hebben,
en daer nae met smaetwoorden malkander onthaelende sijn Wessel en
Rooske uitgegaen en weerden van Peter Jilkes vervolght, die buiten
komende van Wessel en Rooske weerde aengegrepen de welke hem,
insonderheit Rooske (gelijck hij seide en twe diaconen hebben gesien) het
haer uit het hooft hebben getrocken en een blauw ooge geslaegen, welke persoenen
voornoemt, alsoo dese daet schandelues en ergerlijck waer, van de kerkenraet
sijn geciteret, om nae behooren daer in te handelen. Doch is voor de eerste maal
niemant gecompareert, en sijn derhalven tegens wonsdach naestkomende wederom
geciteert, en niemant, als alleen Mest. Wessel verschijnde, is hem sijn
sonde ende ergernisse daerdoor gegeven voor ogen gehouden, die eintelijck sijn
sonde heeft erkent en belooft sich voortaen voorsichtiger te willen gedraegen.
De andere beide sijn propter contumaciam van des Heren Avontm. voor de reis
bevolen, sich te absenteren.”
22 juni 1673
“is weinich swaericheit in visitatione gevonden, als alleen Peter Crijns
diacon, sich met Mindelt snijder hadde geslaegen in de herberge, waerover
voornoemde persoene gecijtert sijnde heeft sijn sonde bekent en belooft sich in
het toekomende voorsichtiger te draegen. Oock sijn geciteert Peter Jilkes
en Rooske huisvrouwe van Mest. Wessel boven vermelt, doch Peter
Jilkes alleen maer comparerende, heeft sijn sonde eerkent en belooft sich
naederhant voorsichtiger te draegen, doch seide voor dese mael aen des Heren
taefel niet te konnen treden. Rooske voorn. heeft wegens contumatie sich
daer van oock als noch moeten absenteren.”
14 september 1673.
“Rooske Onnes voornoemt in haere contumatie volhardende heeft sich moeten
als noch absenteren”.
7 december 1673
“Rooske Onnes voor de 4de mael geciteert sijnde en niet
comparerende is goetgevonden haer soo wat te laeten heene lopen, verhoopende dat
Godt de Heere metter tijdt haer harte en gemoet sal veranderen en vermurwen”.
1674-1690
geen bijzonderheden
15 juni 1691
“wederom des Heeren Avontmael, nae gedaene proefpredikinge, doch sonder
visitatie, wegens mijn swacheit, gehouden “
20 maart 1692
“wederom des Heeren Avontmael, nae gedaene proefpredikinge, sonder visitatie der
gemeinte wegens mijn swacheit, gehouden “
10 december 1699
“in die visitatie die swarigheid gevonden dat Mr. Jeremias Pilon barbier,
in driemaal niet met ons gecommuniceert hebbende, wanneer hem sulx voorgehouden
wierde tot antwoord gaf dat het selve alsnog niet konde doen en wanneer hem
reeden gevraagt wierde, antwoorde sulx met God te moeten behandelen, ’t welk in
kerkenraad ingebragt sijnde is geresolveert dat beijde ouderlingen gesamentlijk
voorschr. Pilon de reden daarvan souden afvorderen, die tot antwoord gaf
dat mij alleen daar over wilde spreeken, waar door de saak tegen ’t volgende
Avondmaal is blijven berusten”.
3 maart 1700
“ Mr. Pilons saake blijft in statu doordien niet te huis was.”
9 juni 1699
“ Mr. Pilons saak blijft in statu.”
[na 8 december 1699 in ander handschrift ]
De aantekeningen van het houden van het H. Nachtmaal des Heeren hier in het boek
ophoudende als mede die op nieuws aangekomene ledematen, is dit volgende uijt
het aangetekende bij D. Coccius gedaan hier ingevoeght
[
visitatieopmerkingen uit HG 1-b 1703-1720]
18 december 1713
ook is weder aangenomen Geertruit Willems de huisvrou van Pieter
Schoenlpp na belijdenis van haar geloof, zonde en berou.
16 sep. 1714
Aagt is om haar onbehoorlijk gedrag gesuspendiert van 't gebruik des
H.Av. en Feike om zijn buitensporigheid en dronkenschap bestraft, dog
toegelaten op beloften van Kristelijker gedrag.
9 dec 1714
Grietje Geerts weder angenomen, na dat belijdenis gedaan had van haar
zonde, en belofte van voortaan kristelijk zig te zullen gedragen.
20 sep. 1716
na viermalige kondiging, wijl het den Heer van Aduart toen niet gelegen quam, is
weex daaraan het H.avontmaal gehouden, in de visitatie heb ik enige die zig in
dronkenschap dikwijls bezondigen, voor de laaste maal gewaarschuwt, voorts is
ook de Proefpred. gehouden en …………….
27 dec 1716
na voorgaande kondiging, visitatie, en proefpredikinge, hebbende niet verzuimt
om den ongeregelden te vermanen en den schrik des Heeren voor te houden en met
name Gosen Maurits herbergier en zijn vrouw voorgehouden het
schandlijk huis dat 't hunnent gehouden wiert die zig ook van 't H. avontm.
heeft afgehouden, hoewel hij de mewirstigheit van de hoererij zijner dienstmaagt
ansiende, zo hebben wij zonddags na de feestdagen het heilig avontmaal gehouden
[ HG Aduard,
Doos 1, Boek 3. ]
Register der Ledematen van de
Gemeinte Jesu Christi tot Aduwert.
Register van Ledematen zo in de gemeinte J: CHR: van Aduwert gevonden zijnde
bij mijn ankomst aldaar den 10den April 1733 opgemaakt door
Mr. Pieter Pieters als Ouderling in der tijdt.
Ps 92: vs 14, 15
Die in 't huis des Heeren geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in
den voorhoven onses Gods. In den grijsen ouderdom zullen zij nog vrugten dragen;
zij zullen vet en groene zijn.
Openb. 3: vs 5.
Die overwint die zal bekleed worden met witte klederen: ende ik zal zijnen naam
geenszins uijtdoen uijt het boek des leevens, ende ik zal zijnen naam belijden
voor mijnen Vader, ende voor zijne Engelen.
Jes: 4: vs 3.
Ende het zal geschieden dat de overgeblevene in Zion, ende overgelaten in
Jerusalem zal heijlig geheeten worden: een jegelijk, die geschreven is ten
leeven te Jerusalem.
Register van Ledematen zo in de gemeinte van Adewert bevonden zijn bij de
ankomst van Ds. Georgius Abelaar opgemaakt door Mr. Pieter Pieters
als ouderling in der tijd, in dato den 21 Augusti 1733.
De Hoogh Welgeboorne Heer Evert Joost Lewe, Heer van Adewert en
onderhorige dorpen etc: etc:
De Hoogh Welgeboorne Vrouw van Adewert geboren Berum
Den Hooge Welgeboorne Vrouw Douariere Alberda vrouw van Menkema geboren
Berum
Den Hooge Welgeboorne Heer Evert Joosten Lewe Heer van Hoogkerk etc:
etc:
Den Hooge Welgeboorne Heer Beerent Lewe Overste van een regiment
voetknegten.
In den Pastorij gang.
Jantjen Lammerts J: D:
Geertruit Willems weduwe van Pieter Derx
Doede Meinderts en zijn huisvrouw Geeske Derx beide zig zedert 7
jaren geabsenteert en van ‘t H: Avondmaal en ‘t gehoor des Goddelijke woord.
Pieterke Harms weduwe van
Luilof Jans en Fenje zijn huisvrouw.
Betje weduwe van Wessel Wessels
Elske Pieters weduwe van Feike Schipper
Meindert Woldendorp Mr. Chirurgijn attestatie gepasseert om te vertonen
tot Anlo den 23 April 1736
Jantjen de weduwe van de schoolmr. van Leegkerk.
Claas Pot,Schoolmeester en voorsanger tot Adewert
Jan Geerts Wedman en Hilje sijn huisvrouw
Antje de huisvrouw van Jan Clasen
Geertruit Jans weduwe van
Veghter Jacobs
Geert Geerts Schoemaker en Geeske Popkes zijn huisvrouw
Beerentjen Jacobs huisvrouw van Albert Pieters de Smidt
Hindrik Hindrix Tuimelaar en Aaltjen zijn huisvr.
Everhardus Petrus van der Swaag Monster Commissaris en Lubbechje Harms
zijn huisvrouw
Popke Jakels en Anje zijn huisvr.
Anke wed. van Roelef Tijmens
Grietjen Meijers wed. van Jurjen Clasen
Arijs Clasen en Trijnje Hindrix zijn huisvr.
Trijnje huisvr. van Derk Alles
Hindrik Pieters Backer en Eeuwse zijn huisvr.
Geert Cornelis Timmerman en zijn huisvr. Geertruit
Grietjen wed. van Lubbert Clasen
Wicher Clasen, dog zijn vr. Hijlkjen Everts geen lidtmaat
Wijpke Hessels Timmerman en Aaltje Roelefs zijn huisvr.
Roelef Lammerts en Dieuwerke zijn huisvr.
Hans Arents en Eeske zijn huisvr.
Pieter Pieters Mr. Cuiper, Ouderling
Dieuwerke Jacobs weduwe van Jan Clasen
Arent Jacobs kleermaker en Anje zijn huisvr.
Pieter Jacobs kleermaker en Hilje Alberts ehel.
Trijnje Hindrix de huisvrouw van Pieter Hindrix de timmerman alias
grote Pieter
Sibrant Arijs Schipper
Trijntjen wed. van Geert Jacobs Schipper
Harm Jans Mr. Kuiper en Aaltjen sijn huisvr.
Trijntjen Harms j.d.
Hindrikus Beerents Pelmulder en Eeltje ehel.
Jan Linnenwever en zijn huisvr.
Trijntjen Michiels wed. van
Ewe Jacobs Mr. kleermaker
Anje Hindrix weduwe van
Jan Everts Smidt en Lijske zijn huisvr.
Jacob Hindrix timmerman en Aaltjen zijn huisvr.
Cornelis Willems kleermaker en Trijnje ehel.
Jan Alberts en Trijnje Jans ehelieden
Jidje wed. van Reintjen Derx
Thomas Eijtes Stelmaker en Martien ehelieden
Stijnje wed van (na dato getrout an Jan Stolin van Sweets Finland)
Albert Meertens en Gepke Hindrix zijn huisvr., zedert eenigen tijd
sig geabsenteert van 't H. Avondmaal propter suspicionem adulterii quam uxor
habet cum homine infima sortis.
Meindert Roelefs Bisejager en zijn huisvrouw .... de man is voor mijn
ankomst al van't H. A. afgebleven om suspitie van overspel met Gepke Hindrix
huisvrouw van Albert Meertens
Derk Hindrix j.m. Schipper
Breghtjen Frerix wed. van Abel Jans
Luitjen Walinghs en Anje Jans zijn huisvr.
Beerentjen wed. van Jan Harms
Cornelis Crijns en Anje zijn huisvr.
Derk Tijes Schoenlapper en Tietje zijn huisvr.
Jan Geerts Backer en Etjen Jans zijn huisvr.
Pieter Hindrix Schuutenschipper
Gerrit Lammers koorn-mulder en zijn huisvrouw
Buiten huisen die bij
toelatinge
onder de gemeinte van Adewert
gerekent worden
Buiten de Noorder Poort
Pieter Crijns
Herbergier an de wegh en
Dieuwerke zijn huisvr.
Buiten de Zuiderpoort op de
Langeweer
Auwke Cornelis
de wed. van (vertrokken met
attestatie na Garnwert)
Vervolgens
zijn bij mij op belijdenisse des geloofs en onderwerpinge an der kerkelijke tugt
angenomen of met attestatie tot ons over gekomen deeze volgende
1733 Den 5 Junij voor de gemeinte gekundigt dat tot ledematen waren angenomen:
Geert Jacobs van de Hogemeeden
Geert Cornelis van Peanum
Thomas Eijtes van Lutke-gast
Pieter Cornelis van Adewert
eodem dato gekundight dat met attestatie waren overgekomen:
Andries Boreholt van Voorburg hovenier
Stijnjen Jans Wed. van Jan Sijmens van Garnwert
Wijpke Hessels van Wijrum
Den 11 7br.voor de gemeinte gekundigt dat tot ledematen waren angenomen:
De Hoogh Welgeboorn Freulin Wendelina Cornera Alberda Freulin van Menkema
De Hoogh Welgeboorn Freulin Johanna Wilhelma Lewe Freulin van Adewert
Pieter Jacobs kleermaker tot Adewert
Eodem dato gekundigt dat met attestatie tot ons waren overgkomen:
Den Heer F. J. Guichard J.U.D. van Groningen
Geertruit Wichers J.D.
Grietjen Jacobs J.D.
Den 11 Oct.voor de gemeinte gekundigt dat tot ledematen waren angenomen
Antje Ewes J.D van Adewert
Trijnje Crijns huisvr. van Vechter Jacobs
Anje Hindrix huisvr. van Gerke Meints
Anje Jans J.D van Adewert
eodem dato gekundigt dat met attestatie tot ons was overgekomen:
Jantje Tjesses van de Leek nu huisvr van Derk Hindrix
1734 Den 12 Meert voor de gemeinte gekundigt dat tot ledematen waren angenomen:
Pieter Harms van Pieterburen
Jan Alberts Noordenvelt van Roderwolde.
Trijnje Rickerts J. D. geb. van Den Ham
Eodem dato gekundigt dat met attestatie was overgekomen:
Grietjen Meijers wed. van Jurjen Clasen tot Wijrum.
1734 Den 11 Junij voor de gemeinte gekundigt dat tot Ledematen waren angenomen:
Anje Clasen, Weduwe van Simen Jans tot Adewert.
Anje Thomas, huisvr. van Jan Wilkes tot Adewert.
Liefke Jacobs, J. D. van Langeweer.
Nieske Jacobs, J. D. van Langeweer.
Den 4 Sept. voor de gemeinte gekundigt dat tot Ledematen waren angenomen:
Dijken Rickerts Mr. Chirurgijn tot Adewert en
Magdalena Pieters, zijn huisvr.
eodem dato gekundigt dat met attestatie waren overgekomen:
Claes Iesebrants Pelmulder en
Abeltjen Jans zijn huisvr. van de Eexra.
Martien Frerix, wed. van Jacob Hindrix van Den Ham.
1735 Den 7 Jan\rij voor de gemeinte gekundigt dat met attestatie tot ons was
overgekomen:
Grietjen Harms, J. D. van Uijthuisen.
Den 7den April zijnde proefpredicatie voor de gemeinte gekundigt dat tot
Ledematen waren angenomen:
Jacobjen Gerrijts wed. van Pieter Jans tot Adewert
Geertruit Tonnis J.D. tot Adewert
Ite Binderts en
Martien Harms huisvr. van Ite Binderts
Den 8 Julij zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaen van nieuw
angenomene Ledematen
Eodem dato gekundigt dat met atestatie tot ons overgekomen waren:
Jeltjen Julles de huisvr. van Johannes Mackinga van Niekerk.
Jantjen Pieters wed. van Frerik Haikes van Den Ham
Den 23 7br. zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene Ledematen
item Is er niemand met attestatie tot ons overgekomen.
1736.Den 30 Meert zijnde proefpredicatie voor de gemeinte gekundigt dat tot
Lidmaat tot deezer gemeinte was angenomen:
Pieter Hindriks, timmerman.
Den 29 Junij de dage van de proefpredicatie zijnde is geen afkundinge gedaan van
nieuwe angenomen Ledematen
item is niemand met attestatie tot ons overgekomen
Den 14 7br. zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene Ledematen.
Eodem dato gekundigt dat met attestatie tot ons waren overgekomen:
Garremt Hindriks en Betje Harkes ehelieden van Niekerk.
Den 7 10br. zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene Ledematen.
item is niemand met attestatie tot ons overgekomen.
1737 Den 8 Meert zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene Ledematen
item is niemand met attestatie tot ons overgekomen
Den 7 Junij zijnde proefpredicatie gekundigt dat tot Lidmaat deezer gemeinte is
angenomen:
Jacob Menses van Aduart
en is met attestatie tot ons overgekomen:
Egbertien Fockes de Boer van Appingadam
Den 20 7br. zijnde
proefpredicatie, gekundigt dat tot Lidmaat deezer gemeinte is angenomen:
Jan Willem Abelaar Advocaat voor de Hoge Justitie kamer van Stad en
Lande.
Den 20 10br. zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene Ledemaaten.
Item is niemand met attestatie tot ons overgekoomen.
Anno 1738 den 23 Febr. is door Jan Willem Abelaar kerkelijke attestatie
versogt en den 24 dito an sijn E. gegeeven om te Groningen te vertonen also
derwaarts zig met de wooninge begaf
Den 21 Meert zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene ledematen
Item niemand met attestatie tot ons overgekomen.
Den 6 Junij is de proefpredicatie alhijr door Dns. A. Stegnerus, wegens
mijn siekte, gedaan, en geen afkundinge geschied van nieuws angenomene ledematen
Item niemand met attestatie tot ons overgekomen.
Den 19 7br. zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene ledematen .
Item niemand met attestatie tot ons overgekomen.
Den 14 10br. zijnde proefpredicatie gekundigt dat tot ledematen zijn angenomen:
Frerick Borkers te Aduart
Jantjen Rickerts weduwe van Jacob Hindriks in leven schepper op
Den Ham
Item gekundigt dat met attestatie tot ons overgekomen waren:
Johan Christopher Weis van Naaldwijk
Eltjen Hindriks huisvrouw van Frerick Borckers van Niehove
Anno 1739 Den 10 April zijnde proefpredicatie gekundigt dat tot ledemaaten
deezer gemeinte zijn angenomen:
Hijlkjen Everts huisvrouw van Wicher Claassen
Eetjen Jans huisvrouw van Benedictus Hindriks beide te Aduart
woonagtig
Item gekundigt dat met attestatie van Groningen tot ons is overgekomen:
Marchien Popkes J.D geboortig te Aduart
Den 22 Febr. is volgens besluit van den kerkenraad door Mr. Jacob Timmerman
als ouderling an Trijntje Hindriks de huisvrouw van Jacobus Jans
Schipper tot Aduart bij wege van kerkelijke censure angesegt dat zij haar
voor een tijd van ‘t gebruik des H. Avondmaals zou hebben te onthouden als zulx
onweerdig zijnde wegen hare gepleegde hoererije met haar man Jacobus Jans
voor ‘t ingaan en voltrecken van haar houwelijk .
Den 19 Junij zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene ledemaaten
Item niemand met attestatie tot ons overgekomen.
Den 18 7br. zijnde proefpredicatie is geen afkundinge gedaan van niews
angenomene leedematen
Maar is op dato voor de gemeinte afgekundigt dat met attestatie tot ons waren
overgekomen van Groningen:
De Heer Jan Willem Abelaar Advocaat voor de Hooge Justitie Kamer
Vrouw Jemina Cornelia Abelaar geboren Andrea van Niewenhuis uijt
‘t Graafschap Benthem
Anna Pot weduwe van de Borgemeester Switsers
Den 18 10br. zijnde proefpredicatie geen afkundinge gedaan van nieuws angenomene
ledemaaten
Item niemand met attestatie tot ons overgekoomen.
Anno 1740 Den 1 April zijnde proefpredicatie is voor de gemeinte afgekundigt dat
tot lidmaat is angenomen:
Stijntjen Willems huisvrouw van Willem Hofman
verders niemand met attestatie tot ons overgekoomen
Den 1 Julij zijnde proefpredicatie is voor de gemeinte afgekundigt dat tot
lidmaat is angenomen:
Martien Jannes J.D. te Aduart
Den 23 7br. zijnde proefpredicatie is voor de gemeinte afgekundigt dat tot
ledemaaten zijn angenomen:
Beerent Jans J.M van Ten Bour
Dieuwerke Pieters J.D. van Aduart
Item met attestatie tot ons overgekomen:
Hebeltjen Willems J.D. van Leeg-kerk
Trijnje Egberts weduwe van Tijmen Jacobs
Item gekundigt, dat Antje Ewes J.D. attestatie versoekt om te vertonen te
Noordhorn welke attestatie geaccordeert en gegeeven is.
1740 Den 23 10br zijnde proefpredicatie geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomene Ledemaaten
Item niemand met attestatie tot ons overgekoomen
Maar hebbe attestatie gegeeven an de Heer Frans Isaac Guichard J.U.D. en
Redger alhijr om te vertoonen te Groningen werwaarts zijn Ed. zig met de
wooninge begeven had.
1741 Den 17 Meert zijnde proefpredicatie geen afkundinge gedaan van nieuws
angenomen ledemaaten
Item niemand met attestatie tot ons overgekomen
Den 7 Julij zijnde proefpredicatie welke door Dns Langenhart Eccls in
Dorquert en Wijrum alhijr propter meam impotentiam gedaen is, ik egter zo veel
hersteld zijnde dat ik in des Heeren huis kon opgaen en is op dato geen
afkundinge gedaan van nieuws angenomene ledemaaten
Item niemand met attestatie tot ons overgekomen
Extract uit de aantekeningen van wijlen D. G. Abelaar uit losse memorien
geboekt
Jantjen Rickers huisvrouw van Olger Jans versoekt een kerkelijke
attestatie.
1741 Den 6 October is met attestatie uit de Pekela overgekomen:
Lammert Freriks J.M geboortig van Haren
1742 Den 16 Meert sijn tot ledematen aangenomen:
Eijlert Hendriks van Sapmeer
Jan Pieters van Nijehove
Albert Hendriks van de Eext in het landschap Drenthe
Feijko Hessels van Zuidhorn
Den 15 Junij tot litmaat aangenomen:
Trijnje Derks J.D. van Aduart
Met attestatie uit ‘s Gravenhage overgekomen:
Jacob Franssum J.M.
Grietje Egberts J.D.
1742 Den 11 Sept. met attestatie overgekomen uit ‘s-Gravenhage:
Juffer Anna Maria Soulet
van Visvliet:
Berent Jans.
[Getekend door:]
J. Geerts, ouderling
Jan Everts als oldeleng
Navolgende personen sijn na het versterven van D. Abelaar in den tijd dat
dese plaatse vaceerde, tot Ledematen der Christel. Gemeinte toegevoegt.
1744 d. 20 Mert Vrouke Rickers, Huijsvrouwe van Jan Alberts met
attestatie van Leegkerk.
dito Aaltjen Jans, Huisvrouw van Jan Jacobs, na vertoning van een
Getuigschrift uit Appingadam.
Geduurende
den tijd der bedieninge van Elard Wagner sijn de navolgende personen,
Ledematen van de Gemeinte hier ter plaatse geworden.
1744 Den 18 Sept. Auke Klasen, met mij van Lellens overgekomen.
1745 Den 25 Mert, Rutgert Jans, met attestatie van Groningen.
----- Den 17 Sept. Gepke
Harms, weduwe van Hindrik Hindriks
Gedurende de
bedieninge van Daniel Siaffers Bacot zijn deze Gemeente als ledematen
toegevoegt.
1745 Den 23 Decemb. Juff. Paulina Pauli, weduwe van de Hr. Hendrik van
der Nijl & Anna Aurelia van der Nijl, Huisvrouw van de Pred. Bacot
met mij van Doornik overgekomen.
1746 Den 12 Junii is op belijdenisse des Geloofs aangenomen:
Geeske Teunis,
& met attestatie van Oostwolt overgekomen:
Arent Albers
als ook met attestatie van Bellingeweer:
Grietje Jans, vrouw van Franke Luin[...]
Den 6 December is op belijdenisse des Geloofs aangenomen:
de Hoogwel Geboorne Freulin Johanna van Echten.
Den 7 December zijn op belijdenisse aangenomen:
Jan Jacobs, meester snijder
Jacob Sikkens, lijfknegt van den HWG. Heer van Aduwert.
1747 Den 27 Maart is op belijdenisse des geloofs tot ledemaat aangenomen:
Ale Dirks
en met attestatie van Visvliet tot ons overgekomen:
Sieuwke Jans, dogter van Mr. Jan Smit te Aduwert en
Antje Eeves met attestatie van Den Ham ( weer vertrokken met attestatie)
Den 20 Junii zijn op belijdenisse aangenomen:
Jan Mindeltz en zijn vrouw Corneliske Teunis met attestatie van
Groningen.
Geert Martens, koetsier van de HWG. Hr. van Hoogkerke
1748 Den 11 Febr. is met attestatie van Leegkerke tot ons overgekomen:
Bautjen Abers, onse Meijdt
Den 20 December zijn op belijdenisse des Geloofs tot ledematen aangenomen:
Ate Jans
Antje Thijs
Geertje Frides, keukenmeidt van den Heer van Aduard
Grietje Klaasen, veemeijdt van den Heer van Aduard (met attestatie
vertrokken na Leed[?] Wom[?] den 17 Sept. 1798)
1749 Den 29 Junii zijn in presentie van Mr Pieter Pieters als ouderling
na voorgaande onderzoek en belijdenisse des Geloofs tot ledematen aangenomen:
Ale Jacobs [en]
Matje Roelfs egteluijden
Mr. Fokke Fokkens
Frouke Reintjes
IJke Wessels vrouw van Arent Roelfs
Jan Jans
Minne Minnes
Harmen Harmens [en]
Geeske Alberts egte luijden
1750 Den 20 Dec. is op Belijdenisse des Geloofs tot ledemaat der gemeinte
angenomen:
Meentje Pieters van Aduwert J.D.
Eodem dato afgekundigt dat met attestatie tot ons waren overgekomen:
De E. Hr. Tiddo Tiddens, juris Doctor en Const. Righter van Aduart
Margijn Sonius van Groningen J.D.
Eggel Galtjes [en]
Trijntje Ablers echteluijden
1753 Den 1 Jan. is met attestatie van Wijrum tot ons overgekomen:
Truitie Tonnis, wed. van Jacob Joukes
Den 14 April is met attestatie van Leegkerk tot ons overgekomen:
Anje Lukes Wed. van Albert Jans
Den 15 Julij is met attestatie tot ons overgekomen:
Pieter Cornellis van Commerzijl en
Aeltje Leenders echteluijden
Den 22 Nov. met attestatie van Zuithorn is tot ons overgekomen:
Diewerke Pieters vrouw van Hendrik Bakker
Wederom met attestatie vertrokken de Hoog Welge. Freulin Joh. van Echten
en de Edel Juffrouw A. M. Soulet
1754 Den 12 Julij is met attestatie tot ons overgekomen:
Anje Geerts wed. van Jan Bartels van Fransum
Den selven dito met attestatie
tot ons overgekomen van Legemeden:
Derk Hindriks en
Jantie Hindriks E.L.
1755 Den 19 Jan. met attestatie
van Niezijl tot ons overgekomen:
Jan Hindriks en
Grietje Edens Echetel.
1755 Den 24 Julij na voorgaande belijdenisse des Geloofs tot Ledematen der
gemeinte angenomen en den 25 bij de proefpredikatie gekundigt dat als ledematen
waren angenomen:
Aeltien Jan vrouw van Pieter Jacobs Pelmulder in Aduwert
Bouke Mellis wed. van Jacob Wildriks in sijn leven Glasemaker in
Adwert
Hilligjen Alberts vrouw van Leue Sikkes
Tjieke Sikkes vrouw van Jacob Pieters Stelmaker in Aduwert
Den 4 Nov. met attestatie vertrokken:
Jan Hindriks Sarrijs en
Grietje Edens Echtelijden na Oppende
1756 Den 19 Meert met attestatie tot ons overgekomen:
De E. Juffrouw Johanna Haken wed. van de Eerw. Heer A. Stegnerus
in zijn leven Predikant van Feerwert
Den 30 Oct. met attestatie van Marum tot ons overgekomen:
Cornelijsjen Berents huisvrouw van IJwe Berents Sarrijs
1757 Den 22 April met attestatie van Petersbuiren tot ons overgekomen:
De Hoog Welg. Mevrouw Willemina Lewe van Adewert geboren van Dijxsterhuis
Den 29 Jan. tot Lidmaet der gemeinte angenomen na een voorgaende belijdenisse en
sulks den 30 bij de proefpredicatie de gemeinte bekend gemaekt:
Albert Rikkels van Den Ham
mede tot ledematen angenomen:
Mattie Wed. van
Aafke Sikkes vrouw van Jacob Aljes
tot ons met attestatie van de Hogemeden overgekomen:
Peterke Jans tegenswoordig huisvrouw van Jacob Pieters Kleermaker
in Aduwert
1759 Den 24 Met attestatie van Oppende tot ons overgekomen:
Mientie Pieters huisvrouw van Heerke Reinders tegenswoordig
Boekweiten Mulder in Adewert
Den 28 Sept na voorgaende belijdenisse des Geloofs tot Ledematen der gemeinte
angenomen:
Jantie Onnes
Elijsabet Hindriks
Meenje Vechters
Trijntie Derks
Den 21 Dec. met attestatie tot ons overgekomen van Garnwest:
Evert Rengers tegenswoordig geconstituerde Schoolmeester in Adewert
Den selven dito met attestatie van Garnwest tot ons overgekomen:
Luitien Bolt
1761 Den 26 Junij na voorgaande belijdenisse des geloofs tot Ledematen der
gemeinte angenomen:
Jan Jacobs man van Geeske Tonnis en
Aaltien Tonnis huisvrouw van Mekke Dates Serchijs van Adewert
Den 25 Sept. met attestatie van Westerwijtwert tot ons overgekomen:
Hindrik Hindriks en
Trijnje Hindriks echtelijden
den selven dito na voorgaande belijdenisse des geloofs tot Ledematen der
gemeinte angenomen:
Etje Sikkes
Jaike Jans
Eeske Vechters
Martien Derks
Den 26 Dec. met attestatie van Amsterdam tot ons overgekomen:
Gerrijt Bolhuis en
Stijntie Cuperus echtelijden
1762 Den 23 Sept. na voorgaande belijdenisse des Geloofs tot litmaat der
gemeinte angenomen:
Willem de Weert S. S. Theol. Stud. al voor langen tijden woonagtig
geweest bij zijn neef de Koopman Jan Alberts Noordenvelt
1762 Den 2 Julij na voorgaande belijdenisse des Geloofs tot ledematen der
gemeinte angenomen:
Thjesse Geerts
Jacob Pieters
Jan Tijssens
Albert Wierts
1763 Den 1 April op belijdenisse des Geloofs tot ledematen angenomen:
Jacob Pieters
Antie Jurrijns
Jantien Harms
Geertien Pieters
Swaanje Juurijns
1764 Met attestatie van Zuithorn tot ons overgekomen:
Sijmon Gosses Schoenmaker en
Sijbregt Martens egte lijden
1765 Met attestatie van Borg Steinfurt tot ons overgekoomen:
Johan Berent Adeling teegenswoordig linneweever in Adewert
Den 29 7br. met attestatie van Oostwolt en Legemeeden tot ons overgekoomen:
Willems Jans gewesen schoenmaaker van de Horning onder Legemeden
1766 Den 26 Sept. met attestatie van Den Ham tot ons overgekomen:
Harmannus Hindriks en
Wimke Abels egtelijden
Den 26 Dec. met attestatie van Fransum tot ons overgekomen:
Geertje Gerrits vrouw van Loerdert Riewerts
1767 Den 26 Junij met attestatie tot ons overgekomen van Wierum:
Beerentje Pieters Wed. van Eelke Garms
Den 24 Junij op belijdenisse des geloofs tot lidmaat der gemeinte angenomen:
Jan Hindriks
Den 14 Oct. op belijdenisse des geloofs tot lidmaat der gemeinte angenomen:
Jan Geerts Wedman van Adewert
1769 Den 20 Meert na voorafgaande belijdenisse des geloofs tot ledematen der
gemeinte angenomen:
Trijntje Jans huisvrouw van Roelef Tjebbes
Grietje Jans huisvrouw van Bauwke Tijes
Den 30 Junij met attestatie van Wijrum tot ons overgekomen:
Barber Willems huisvrouw van Barnje Roelefs
Den 29 Sept. met attestatie van Vlagtwedde tot ons overgekomen:
Jan Geerts Knoop teegenswoordig geconstitueerde schoolmeester alhijr
Den 6 April zijn navoorgaande belijdenisse des geloofs tot ledematen der
gemeinte en in de proefpredicatie de gemeinte voorgedragen:
Claas Sijmens
Claas Jurrijns
Anna Stegnerus
Eeske Jaspers
1770 Den 30 Sept. met attestatie van Leegkerk tot ons overgekomen:
Jans Martens
1771 Den 26 Dec. na voorafgaande belijdenisse des geloovs tot lidmaat der
gemeinte aangenomen:
Albert Alberts Meester Kuiper
1772 Den 26 Junij met attestatie van Middelstum tot ons overgekomen:
Ettjen Hillebrands huisvrouw van den Roggemulder
Den selven dato met attestatie van Leegkerk tot ons overgekomen:
Jantje Leffers dienstmaagd van den Chirurgijn Berlijn
1773 Den 25 Meert naa voorafgaande belijdenisse des geloovs tot Ledematen der
gemeinte angenoomen:
Grietje Teewes
Aafke Wijrts
Anje Jans
1774 Den laasten Meert met attestatie van Groningen tot ons overgekomen:
Abeltje Mennes huisvrouw van Claas Nijburg
1775 Den 14 April na voorafgaande belijdenisse des geloofs tot ledematen der
gemeinte angenomen:
Itia Sonius
Jan Wijrts
Egtbert Lippes
Loeë Frankes
Den 1 Oct. is met attestatie van Farsum tot ons overgekomen:
Arend Steunenberg Meester Hovenier van de Hoog Welg. Vrouw van Adewert
Den 20 Dec. met attestatie van hijr naar Noordhorn vertrokken:
Geert Cornelis Plenter Ouderling deezer gemeinte
Truitje Thijes zijn huisvrouw
1776 Den 9 Junij naar voorafgaande belijdenis des geloovs en ontfangen van den
H. Doop is tot lidmaat der gemeinte angenomen:
Riender Sjabbes van Mennonijten afkomst
1777 Den 5 Jan. is Diewerke Peters huisvrouw van Hindrik Hijlkes
met attestatie van Den Ham alhijr ten H. Avontmaal toegelaten.
Den 28 Meert met attestatie van Groningen tot ons overgekomen:
Geeske Fokkes Brongers huisvrouw van Claas Benedictus Schoenmaker
te Adewert
1778 Den 9 October met attestatie naa Visvliet vertrokken:
Claas Jurrijns teegewoordig stelmaaker aldaar
1779 Den 24 Sep. tot ledematen der gemeinte aangenomen en de gemeente
voorgestelt:
Beene Roda Rodius
Hindrik Hijlkes
Martje Jans
Trijntje Sipkes
1781 Den Den 18 Junij is Geeske Brongers huisvr. van Claas Benedictus
van Hijr met attestatie vertrokken naa ‘t Beerster-Hamrik.
Op den 7 Febr. 1782 tot Lidmaat der gemeinte naa voorafgaande geloovsbelijdenis
aangenoomen den Hoog Welg. Heer Evert Joost Lewe, Heer van Adewert en
onderhoorige dorpen etc. etc.
Den 1 Julij 1782 met attestatie van Emlenkamp uit het Graafschap Benthem tot ons
overgekomen:
Jan Hindrik schoenmaker.
Den 9 October zijn met attestatie van Feerwert tot ons overgekomen:
Arend Jannes en
Antje Tepes echtelieden
1784 Den 8 April op belijdenisse des geloofs tot ledematen der gemeinte
aangenomen:
Klaaske Tiddens huisvrouw van Hans Sijmens
Jacobje Jans huisvrouw van Geert Cornelis
Geertje Freriks huisvrouw van Jan Eepkes
Matje Olbrands huisvrouw van Gerrijt Karsen
1785 Den 29 Sept. met attestatie naar Wijrum vertrokken:
Jan Wierts
Den 18 Dec. tot lidmaat der gemeinte aangenomen:
Jantje Jans huisvrouw van Peter Gerrits
op den zelven tijd met attestatie van Groningen tot ons overgekoomen:
Klaaske Hindriks huisvrouw van Peter Lauwrens
1786 Den 24 Dec. van Stedum met attestatie tot ons overgekomen:
P. H. den Windt en
Margareta Elleri echtelieden
1787 Den 6 Julij met attesttie van Den Ham tot ons overgekomen:
Aafke Drewes huisvrouw van Hindrik Jacobs
Den 21 Oct. met attestatie van Griepskerk tot ons overgekomen:
Maria Harsema weduwe van Cornellis Peters
1788 Den 27 April zijn als Ledematen met attestatie tot ons overgekomen van
Uithuisen:
Jan Willem Wonink en
Catharijna Kramer echtelijden
Den 25 Julij 1788 tot Ledematen der gemeinte aangenomen:
Evert Jans Schipper
Hindrik Jacobs Pelmulder
Jacob Peters Smit te Adewert
Met attestatie van Ten Buir op denselven tijd tot ons overgekomen:
Barteld Jans tegenswoordig Smids-knegt alhijr
Den 21 Sept. 1789 is Margje Veltkamp met attestatie van Groningen tot ons
overgekomen.
Op den 3 Oct. 1790 van Obergum
met attestatie tot ons overgekomen Marijke Klaasen huisvrouw van Jan
Jans
1791 Den 5 Julij 1791 met attestatie van Leuwarden tot ons overgekomen:
Peterke Alders J.D. (en den 2 Julij 1794 met attestatie van hier na
Winsum vertrokken)
Den 15 Sept. 1794 met attestatie van Groningen tot ons overgekomen:
Johanna Pesman, huisvrouw van Hendrik Jans ( met attestatie na
Zuidhorn den 12 Sept. 1798)
1793 Den 8 December met attestatie van Den Andel tot ons overgekomen:
Bouwke Jans, huisvrouw van Ebel Wierts
1794 Den 6 Meert met attestatie van Groningen tot ons overgekomen:
Catharina Offerhaus, huisvrouw van H. R. Warmolt Predikant te
Aduard.
Den 7 Meert met attestatie van Garnwerd tot ons overgekomen:
Jan Bolhuis, schoolmeester te Aduard (Nu vertrokken met attestatie na
Cantens 1801)
Den 22 Juni met attestatie van’t Oosternieuwland tot ons overgekomen:
Joltje Tekes.
Den 24 Augustus is na vooraf gaande belijdenis en ontfangen doop tot lidmaat
dezer gemeente aangenomen:
IJe Jans van Mennonieten afkomst.
Den 1 September is met attestatie na Nieuwhove vertrokken:
Klaas Jaspers
Den 27 Augustus is met attestatie van Noordhorn tot ons overgekomen:
Hiske Homan
Den 14 December zijn na voorafgaande belijdenis tot ledematen der gemeente
aangenomen:
Jan Alberts
Jan Doues
Harm Kornelis
Kornelis Melles
Jan Jans
Pieter Jakobs
Roelef Mennes
1795 Den 14 Juni is na gedane belijdenis gedoopt en tot lidmaat der gemeente
aangenomen:
Harmtje Harms (NB. bij verzuim wierde in hare kindschheid niet gedoopt)
Den 1 September is met attestatie naar Obergum vertrokken :
Trijnje Derks
1796 Den 28 April is na voorafgegane belijdenis tot lidmaten der gemeente
aangenomen:
Weiert Jans (vertrokken met attest. na Leegkerk 12 Aug. 1800)
Tijmen Garms
Den 17 Juni is met attestatie van Den Ham tot ons overgekomen:
Geertje Sikkes (vertrokken met attestatie na Leegkerk 12 Aug. 1800)
1797 Den 1 Mai is na voorafgegane belijdenis tot ledematen der gemeente
aangenomen:
Jan Lamerus
Tijs Jans
Trijntje Jakobs vrouw van Arend Jans
Trijntje Reinders vrouw van Jan Alberts
Bauwke Willems
1798 den 21 Mai na gedane
belijdenis tot ledematen der gemeente aangenomen:
Anje Jans vrouw van Jakob Pieters
Geertruid Aljes vrouw van Jan Doues of Jan Jans
Geeske Aljes vrouw van Jakob
Hebeltje Roelofs (met attestatie vertrokken den 27 December 1800)
Den 1 Mai met attestatie tot ons overgekomen:
Roelfje Harms
Den 24 Maart met attestatie tot ons overgekomen van Wierum:
Giessel Lauwrentz
Den 23 Sept. met attestatie van Leens tot ons overgekomen:
Pieter Klaassen (en met attestatie naar Nieuwhove vertrokken den 15 Sept.
1800)
1801 Den Meert met attestatie tot ons overgekomen:
Luutjen Raangs en vrouw
Jantje Everts
[
Waarschijnlijk rond 1802 heeft dominee een tabellarisch systeem aangelegd, met
drie kolommen: Aangenomen, Met attestatie overgekomen, en Vertrokken of
Overleden. Dit vervolgens per jaar. Onderstaand een platte bewerking daarvan ]
Register van Ledematen
Zoals hier in de Gemeente zijn
Aangenomen, Met Attest. over Gekomen, Vertrokken of overleden
N.B.: Bij den aanleg van dit
proth. zijn de nog in leven en hier horende ledematen uit het oude prothokol
overgeschreven
1747
aangenomen:
Korneliske Teunis
1755
aangenomen:
Hillegien Alberts (overleden 10 v. louwm. 1811)
1760
aangenomen:
Etje Sikkes (overleden 1808)
1762
aangenomen:
Jakob Pieters (overleden 1805)
1763
aangenomen:
Geertje Pieters
Swaantje Jurjens
1764
met attestatie van
Zuidhorn:
Sijmon Gosses en vr. (overleden 18[marge boek])
Sijbrigh Martjens (overleden 1801)
1766
met attestatie van Den
Ham:
Harm Hindriks en vr.
Wimke Abels
1767
aangenomen:
Jan Hindriks (den 20 juni [marge])
1769
aangenomen:
Klaas Sijmens
Eiske Jaspers
1773
aangenomen:
Aavke Wijels
1775
aangenomen:
Egbert Lippes (overl.)
1779
aangenomen:
Bene Roda Rodius (den 5 april [marge])
Martje Jans
Trijntje Sipkes (overl)
1782
met attestatie van
Feerwert:
Arend Jans
1784
aangenomen:
Klaaske Tiddes (overl)
Jakobje Jans
Matje Olbrands
1785
aangenomen:
Jantje Jans (vertrokken na Gron. den 1 juni 1804)
met attestatie van Stedum:
Margaretha Elleri
1787
met attestatie van Den
Ham:
Aafke Drewes (overleden 1805)
met attestatie van Grijpskerk:
Maria Harsema (28 maart 1813 met attestatie naar Noordhorn)
aangenomen:
Evert Jans (overl. d. 10 juli 1803)
1788
aangenomen:
Hindrik Jakobs (met att. naar Zuijdwolde 1812)
Jakob Pieters (overl. 25 v. Herfstm. 1810)
met attestatie van Ten Buur:
Barteld Jans (28 maart 1813 met attestatie naar Noordhorn)
met attestatie van Groningen:
Margje Veltkamp (overleden 1806)
1790
met attestatie van Obergum:
Marijke Klaassen
1793
met attestatie van Den
Andel:
Bouwke Jans
1794
met attestatie van Gronngen:
Catharina Offerhaus
aangenomen:
IJe Jans
Jan Alberts
Harm Kornelis
Jan Jans
Pieter Jakobs (overl. 1827)
Roelef Mennes
1795
gedoopt en tot lidmaat
aangenomen:
Harmtje Harms (overleden 1806)
Jan Lameris (overl)
1797
aangenomen:
Trijntje Jakobs
Trijntje Reinders
1798
aangenomen:
Anje Jans
Geertruid Aljes
Geeske Aljes
met attestatie van Groningen:
Roelfje Harms Vonk (vertrokk. naar Zauwert 11 van Bloeim. 1810)
met attestatie van Wierum:
Giessel Lauwrentz (overleden 1805)
1801
met attestatie van Wierum:
Lutjen Raangs en vr. Jantje Everts
1802
angenomen:
Jan Borgers en vrouw
Jantjen de Windt (vertr. naar Ham en Fransum)
Hendrik Harms
IJpke IJpes
Areintje Jans vr. v. B.G. (overleden 1806)
Trijntje Pieters (vertrokken na Groningen den 11 juni 1804) (na
Niekerk[?] in Vries[?]land 1840)
Met attestatie overgekomen van Oostwold:
Geertje Jans
1804
Aangenomen als lidmaat der gemeente:
Arijs Hansen
Geeske Kornelis
Hindrik Jans Kumer
Lammegien Harms
Met attestatie overgekomen:
David Hartsma van Zuidhorn 13 Juni 1804 (overleden 1807)
Jan Opton van Noordbroek en (attest. naar Groningen 16 Sep. 1815)
Aaltje Hindriks van N.br. (overl.), beide den 26 Nov. 1804
Margien Gerhardus van Groningen d. 22 Nov. 1804 (naar Noorddijk 1820)
1805
Aangenomen als lidmaat der gemeente:
H. Wondaal (vertrokken n. Colbij 1808)
Pieter Sijmons (vertrokken na Noordhorn 1808)
Jantje Lammerts (vertrokken)
1806
Aangenomen als lidmaat der gemeente:
Trijntje Knelske Ytes
Harm Gerrits (overleden 1845)
Grietje Sijmons (overl.)
Geert Geerts
Eiske Roelofs
Overgekomen van Ezinge:
Menke Jans (vertrokken naar Groningen 1808)
1807
Aangenomen als lidmaat der gemeente:
Barteld Gerrits Boekhoud (overleden 1808)
Klaas Lutjens (overleden)
Pieter Klaassens (vertrokken naar Wierum)
Reinder Hindriks
Jakob Hoeckes (22 Aug. 1814 met attest. naar Uithuijzen) (overl)
Jan Jakobs van der Heide
Mensje Booies (vertrokken naar Wierum 181[marge])
Meintje Beekhuis
met attestatie van Garnwert:
De Hoog Welgeb. Hr. Carolus Justus Lewe
1808
Aangenomen als lidmaat der gemeente:
Gerrit Bartels Boekhout (overleden 1832)
Jakob Jakobs (met attestatie naar Wierum 24 Febr. 1812)
Ailke Lameris (attest. naar Lettelbert 10 Dec. 1814)
Diverke Jakobs (vertrokken naar Visvliet 18[marge])
Met attestatie overgekomen van Groningen:
G. Bekk. de Vries (vertrokken naar Groningen 1815)
Geert Steffens (vertrokken naar Noorddijk 18..)
Overgekomen van Uithuizen:
IJktje Remges (met attest. naar Zuidwolde den 2 Oct. 1852)
Overgekomen van Niekerk:
De Hoogwg. vrouw Josina Margaretha Albarda
1810
Overgekomen van Wetsing:
Hindrik Cornellis (vertrokken na Farmsum, Maij 18..)
Overgekomen van Wierum:
Aaltje Hindriks
Overgekomen van H. en L. Meden:
Jan Arends (overleden 182..)
1811
Aangenomen als lidmaat der gemeente:
Geert Graafman Hutting (overl.)
Gijsbert Joukes
Grietje Sebes
Trijntje Klasen
Egbertje Riewerts
Maria Gerbens (vertrokken)
Den 15 Sep. met attestatie overgekomen van Schiermonnikoog:
Aletta Margaretha van Kervel, huisvrouw van den Predikant J.C. Metzlar
(overl.)
den 22 Sept. overgekomen van Den Ham:
Hendrik Alis en
Mattje Jacobs echtelieden (overl. 1830) |